(57)
Waarom het gunstig voor ons is dat Jezus naar de Vader ging
Omdat Jezus is opgevaren naar de Vader zijn alle discipelen van Jezus in staat om in een nieuwe volwassen relatie met de Vader te komen, door de Heilige Geest. Deze relatie wordt gekarakteriseerd door vriendschap; want onze Vader geeft ons niet slechts verantwoordelijkheden om uit te voeren in partnerschap met de Heilige Geest, maar door de Geest openbaart hij ons ook voorheen verborgen dingen over wat hij aan het doen is. En onze Vader geeft ons de middelen die we nodig hebben, door de Heilige Geest, om dezelfde werken te doen die Jezus gedaan heeft. Maar net zoals bij Jezus zullen de mensen ons niet altijd begrijpen en soms zullen zij ons ook mishandelen net zoals zij dat bij Jezus gedaan hebben. Maar op die momenten zal onze Vader aan onze kant staan en zichzelf met ons identificeren. - JKM
Tekst van de meditatie
'Vader' teksten: Johannes 15:15, 16, 23, 24,26a-b; 16:3,10,15; 20:21
Schriftgedeelte: Joh. 15:15-16, 18-24, 26-27; 16:1-15; 20:21
Introductievideo duur: 00:46
SCHRIFTGEDEELTE
‘Ik noem jullie niet meer dienaars, omdat een dienaar niet weet wat zijn heer doet, maar… vrienden…, omdat ik aan jullie bekend heb gemaakt al wat ik gehoord heb aan de zijde van mijn Vader. ·Niet jullie hebben mij uitgekozen, nee, ik heb jullie uitgekozen en… aangesteld [Gr. e-theeka], zodat jullie heengaan en vrucht dragen en jullie vrucht blijvend zal zijn,- opdat, wat jullie de Vader ook zullen vragen in mijn naam, hij jullie dat zal geven. … ·Indien de wereld jullie afwijst: jullie weten dat zij mij eerst heeft afgewezen. ·… Maar omdat jullie niet tot de wereld behoren – omdat ik jullie uit de wereld heb uitgekozen – wijst de wereld jullie af. ·Herinner je het woord dat ik tot jullie gesproken heb: “Een dienaar is niet groter dan zijn heer”. Als ze mij vervolgen, zullen ze ook jullie vervolgen; als ze mijn woord bewaren, zullen ze ook dat van jullie bewaren. ·Maar al deze dingen zullen ze jullie aandoen vanwege mijn naam, omdat ze de Ene die mij gezonden heeft niet hebben herkend. ·Als ik niet was gekomen en niet tot hen had gesproken, zouden ze geen zonde hebben. Maar nu hebben ze geen verontschuldiging… ·Degene die mij afwijst, wijst ook mijn Vader af. ·Als ik onder hen niet de werken had gedaan die niemand anders ooit gedaan heeft, dan zouden ze geen zonde hebben; nu echter hebben ze én gezien, én mij en mijn Vader afgewezen.’ (Johannes 15:15-16,18-24 GH)
‘Wanneer de Pleitbezorger [Gr. parakleetos] komt – de Geest der waarheid die de Vader langszij [Gr. para] is en die ik jullie van langszij [Gr. para] de Vader zenden zal – zal deze van mij getuigen. ·En ook jullie zullen getuigen, omdat jullie vanaf het begin bij mij geweest zijn. ·Deze dingen heb ik tot jullie gesproken opdat jullie niet zullen struikelen. ·Ze zullen jullie uit de synagogen zetten… degene die jullie doodt, zal denken God een dienst te bewijzen. ·Ze zullen deze dingen doen omdat ze noch de Vader noch mij kennen. ·Maar ik heb deze dingen tot jullie gesproken opdat jullie, wanneer dat uur van hen komt, je zullen herinneren dat ik het jullie gezegd heb. Ik heb jullie deze dingen niet vanaf het begin gezegd, omdat ik bij jullie was. ·Maar nu ga ik heen naar de Ene die mij gezonden heeft, en… ·omdat ik jullie dit alles gezegd heb, heeft droefheid jullie hart vervuld. ·Maar ik zeg jullie de waarheid: Het is gunstig voor jullie dat ik wegga, want als ik niet wegga zal de Pleitbezorger niet tot jullie komen. ·Als ik echter deze reis maak, dan zal ik hem tot jullie zenden. ·En in zijn komen zal Deze de wereld overtuigen aangaande zonde, rechte relatie en oordeel.
‘Nog veel heb ik jullie te zeggen, maar jullie kunnen dat nu niet dragen. ·Maar wanneer Deze komt, de Geest der waarheid, dan zal hij jullie in de volle waarheid leiden; want hij zal niet spreken als vanuit zichzelf. Nee, hij zal uitspreken wat hij zal horen; en de komende dingen zal hij jullie verkondigen. ·Hij zal mij verheerlijken, want hij zal ontvangen en aan jullie verkondigen vanuit het mijne. ·Al wat de Vader heeft is van mij. Daarom zei ik: Hij zal ontvangen en aan jullie verkondigen vanuit het mijne… ·Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik ook jullie.’ (Joh. 16:12-15; 20:21 GH)
MEDITATIE
Toen Jezus vooruitkeek naar zijn terugkeer tot de Vader vertelde hij zijn discipelen dat zijn vertrek ‘gunstig’ voor hen zou zijn. Eenmaal in de hemel zou hij nog steeds hun Pleitbezorger zijn (Med.#52). Maar met de komst van de Heilige Geest als hun blijvende Pleitbezorger hier op aarde, na Jezus’ hemelvaart, zouden de discipelen in staat zijn om een nieuw niveau van nabijheid met de Vader te ervaren in een directe relatie met hem. In plaats van een ‘dienaar-heer’ relatie met God zou hun relatie met hem als hun Vader gekarakteriseerd worden door ‘vriendschap’. Niet alleen zou Jezus hen ‘vrienden’ [Gr. philous] noemen, maar de liefde van de Vader voor hen zou gekarakteriseerd worden door een soortgelijke ‘diepe genegenheid’ [Gr. philei] (Med.#51). Deze relatie met de Vader – door Jezus beschreven in termen van gezin en vriendschap – wordt gekenmerkt door een volwassen zoon/dochterrelatie met hem. En onze Vader toont zijn diepe genegenheid voor ons, als discipelen van Jezus, door ons verantwoordelijkheid toe te vertrouwen, door ons te openbaren wat we moeten weten over het familiebedrijf, en door ons de middelen te geven die nodig zijn om onze verantwoordelijkheid uit te voeren. Als je geen aardse vader had die jou op deze manier behandelde, dan heb je nu een hemelse Vader die dat wel doet.
Als we ons leven aan Jezus geven dan antwoorden we op zijn roep,- op zijn keus die ons apart zet van de wereld. Door zijn roep en ons antwoord worden we verzoend met ons eeuwige gezin. Maar we worden ook terug ‘gezonden’ in de wereld, zoals de Vader Jezus heeft gezonden,- om de Vaders werk – ‘de wereld verzoenen met zichzelf’ – te doen (Med.#32). Dus om ons te helpen de aard te begrijpen van deze verantwoordelijkheid die onze Vader ons gegeven heeft, vergelijkt Jezus ons allereerst met vruchtdragende planten. Ons werk brengt blijvende vrucht voort tot eer van onze Vader als wij – als vele takken – in Jezus blijven (Med.#22). Al zijn discipelen zijn leden van zijn Lichaam, en niemand van ons doet het werk alleen. Ieder van ons heeft gaven van de Geest gekregen die elkaar aanvullen, om zo als samenwerkende leden binnen het gezinskoninkrijk onze respectievelijke bedieningen en verantwoordelijkheden uit te kunnen voeren (Med.#50).
Maar de Vader geeft ons de Heilige Geest niet alleen maar om ons getuigenis kracht bij te zetten (Med.#49). De Geest is ook de ons ‘langszij geroepene’ [Gr. parakleetos], als een partner in het getuigen in de wereld, met een eigen, aanvullende rol van getuigen. Evenals Jezus hebben wij de opdracht gekregen om als getuigen van de Vader naar de mensen te gaan, waar zij zich bevinden, en niet alleen mensen binnen onze eigen etnische groepering, maar alle volken te onderwijzen en tot discipelen te maken (Med.#87). Het is echter niet onze verantwoordelijkheid in ons getuigen en onderwijzen om mensen te proberen te overtuigen van hun zonde. Dat is de verantwoordelijkheid van de Heilige Geest, onze partner in het getuigen. Hij is het die verantwoordelijkheid heeft om mensen er van te overtuigen dat Jezus, als hun Bloedverwant-Losser (Oudste Broer), ook hun ‘rechte relatie’ met de Vader kan worden. En het is ook de taak van de Heilige Geest om mensen te bewegen tot geloof en berouw en hen te overtuigen van de consequenties van het niet geloven in Jezus.
Eén andere verantwoordelijkheid die we wel hebben gekregen, heeft te maken met het leren doen van dezelfde soort bewogen en krachtdadige werken die Jezus deed,- werken die het karakter en de autoriteit van de Vader openbaren: het verwelkomen van kinderen, verschoppelingen, gehandicapten en armen, en het bieden van genezing, bevrijding of verzoening. Maar opnieuw is het de taak van de Heilige Geest, die ons langszij werkt, om de mensen te overtuigen van de betekenis van deze werken: dat Satan, de ‘overste’ van alle knechtende en vernietigende machten van deze wereld, reeds veroordeeld is (Med.#36); en dat door het kruis alle religieuze en politieke leiders, en alle onderdrukkende familiemachten ontwapend zijn (Med.#31). Wij kunnen dit onderwijzen en demonstreren door ons handelen en onze werken, maar alleen de Heilige Geest kan mensen er van overtuigen om hun vertrouwen te stellen op Jezus en zijn overwinning over al deze machten.
Uit het bovenstaande gedeelte leren we ten tweede iets over de intentie van de Vader om ons alles te openbaren wat hij aan Jezus ‘gegeven’ heeft wat betreft het familiebedrijf. Toen Jezus hier op aarde was, gaf hij zijn discipelen ‘alles’ door wat hij van de Vader geleerd had. De Heilige Geest die van de Vader komt is de ‘Geest der waarheid’ (Med.#51), die voorheen verborgen dingen openbaart (Med.#3 en Med.#6) door ons te ‘leiden in de volle waarheid’ en ons vooraf in te lichten over wat komen gaat. Maar we moeten ons realiseren dat die openbaring komt van de Vader, omdat we een Vader hebben die wil dat we begrijpen wat hij aan het doen is als we met hem samenwerken.
Ten derde, onze Vader heeft ook beloofd ons de middelen te geven die we nodig hebben om met hem samen te werken (Med.#51). Maar hij verwacht dat wij verantwoordelijkheid nemen en hem vragen om wat we nodig hebben,- in Jezus’ naam. Als we tekort schieten in wijsheid, of in iets anders, dan komt dat waarschijnlijk omdat we het niet aan onze Vader gevraagd hebben, of omdat we alleen gevraagd hebben om dingen om onze eigen pleziertjes en verlangens te bevredigen (Med.#86). En als de Vader ons niet onmiddellijk antwoordt dan moeten we blijk geven van ons geloof in hem door te ‘blijven vragen’ om de goede gaven die we nodig hebben in de Geest (Med.#13).
Ten slotte, hoe reageert de Vader als onze pogingen om zijn getuigen te zijn lijken te falen,- als de mensen in de wereld ons verkeerd begrijpen, ons afwijzen of zelfs mishandelen en dreigen te doden? In plaats van ons te beschuldigen van een slecht getuigenis identificeert onze Vader zich met ons. Net zoals Jezus zich met ons identificeert als we afgewezen of verworpen worden vanwege hem, zo staat ook onze Vader aan onze kant en zegt: ‘als je mijn zoon of dochter afwijst, dan wijs je mij af’. Dat betekent niet dat Jezus en de Vader instemmen met elke vorm van getuigen. Sommige vormen van getuigen zijn zelfgericht en kunnen problemen veroorzaken voor het Evangelie (Med.#56). Onze Vader zal proberen ons te corrigeren als ons getuigenis niet zijn karakter weerspiegelt, maar hij zal zich nooit van ons distantiëren. En wij moeten – net als Jezus en Paulus – op dezelfde liefdevolle manier een broer of zus corrigeren van wie de handelwijze en pogingen om te getuigen onvolkomen zijn.
HET WOORD BIDDEN
Vader, geef mij de Geest van wijsheid en openbaring opdat ik u beter mag kennen. Moge uw naam, Vader, geheiligd worden in mijn leven en getuigenis van vandaag; moge uw koninkrijk komen en uw wil geschieden. Toon mij hoe ik u kan verheerlijken als getuige tegenover deze mensen: ……………, …………… (Ef. 1:17; Matt. 6:9-10; Joh. 15:8)
Heilige Geest, openbaar hen Jezus als de Vaders gerechte Zoon; overtuig hen van zonde en overtuig hen er van dat de Boze die tegenover hen staat reeds veroordeeld is. (Joh. 16:8-11)
Vader, ik vraag u opnieuw, in Jezus' naam, om de wijsheid en de gaven die ik vandaag nodig heb om met u samen te werken, opdat mijn getuigenis, en het getuigenis van anderen, zoals ……………, vruchtbaar mag zijn en tot uw eer. (Joh. 16:26-27; 15:16; Jac. 1:5,17)