(6)

Het mysterie van de Messias

‘Het Mysterie’ is een beheer van Gods Genade zoals Paulus begreep door een openbaring door de Geest van God. Hij noemt het een ‘mysterie’ omdat het voor de komst van de Messias nog aan niemands bekend was gemaakt. Maar met de komst van Jezus is Gods ‘voornemen van eeuwigheden her’ niet langer verborgen. Jezus kwam om het te volbrengen en om ons te helpen dit ‘beheer van Gods Genade’ te begrijpen. Zelfs goede Christenen hebben de openbaring nodig dat we allemaal een roeping hebben van de Vader om samen zijn zonen en dochters te zijn, ook al zijn we afkomstig uit vele verschillende volken. Gods volmaakte Vaderschap is de sleutel tot het ‘mysterie van Christus’. Maar pas als we dit mysterie gaan toepassen, zullen onze kerken een begin maken met het vervullen van Gods bedoeling van het samen bekend maken van de ‘rijkgeschakeerde wijsheid van God’,- in onze multiculturele aanbidding en gemeenschap als mede-erfgenamen. -Mirela Andras (RoemeniĂ«), Liza Ryan (Canada/VS) & Johanna Duran-Greve (Duitsland)

Om je een idee te geven van de meerwaarde van een lidmaatschap waarbij je o.a. toegang krijgt tot al de originele, diepgaande meditaties, geven we je de mogelijkheid om de originele, diepgaande versie van deze meditatie gratis te bekijken door op de gele knop te klikken. Voor meer informatie over het lidmaatschap van Meditaties over de Vader, klik hier.

SCHRIFTGEDEELTE

Om deze reden, ik Paulus, de gevangene van Jezus de Messias voor jullie uit de volkeren [Gr. ethnon] —
  ·Jullie hebben zeker gehoord van het beheer van Gods genade welke voor jullie aan mij is gegeven, · door openbaring
,- zoals ik al eerder in het kort schreef. ·...In andere generaties is het mysterie van de Messias niet zo bekendgemaakt aan mensenzonen als het nu door de Geest geopenbaard is
: ·dat in Christus Jezus, door het Evangelie, de volkeren [Gr. ethne] mede-erfgenamen zijn, mede-lichaam van en mede-deelhebbers aan zijn belofte. ·Daarvan ben ik een bediende geworden  ·aan de volkeren [Gr. ethne] het goede nieuws te verkondigen van de ondoorgrondelijke rijkdom van de Messias, ·en aan het licht te brengen hoe het beheer is van het Mysterie dat van de eeuwigheden af verborgen is geweest in God die alles heeft geschapen, ·opdat nu, door de kerk, de rijkgeschakeerde [Gr. polu-poikilos] wijsheid van God wordt bekendgemaakt aan de overheden en de gezagsdragers onder de hemelse wezens, ·overeenkomstig het voornemen van eeuwigheden her dat hij heeft verwezenlijkt in de Messias, Jezus onze Heer, ·door wie wij vol vertrouwen de vrijmoedige toegang hebben (tot God)
 (EfeziĂ«rs 3:1-12 PH)

Om deze reden buig ik mijn knieĂ«n voor de Vader, ·aan wie alle vaderschap [Gr. patria] in hemelen en op aarde de naam ontleent
  ·...Amen!  ·Ik, de gevangene in de Heer, roep jullie dan ook op te wandelen de roeping waardig waarmee jullie geroepen zijn. (Ef. 3:14-15; 21b-4:1 PH)

MEDITATIE

Deze tekst uit EfeziĂ«rs is voor mij een van de meest cruciale hulpmiddelen geweest in het ontvangen van een nieuwe openbaring over God als onze Vader. EĂ©n reden daarvoor is misschien dat de Heilige Geest Paulus aanspoorde zijn gedachtegang te onderbreken om uit te weiden over dingen waarover hij ‘al eerder’ schreef, maar slechts ‘in het kort’. De eerste zin hierboven, een onvoltooide zin in het Grieks, wekt ook de indruk van een onderbreking. Vergelijk de eerste woorden in dit zinsfragment eens met die in de laatste twee zinnen. 

Om deze reden... (Ef. 3:1)    ⇒

Ik Paulus, de gevangene van Jezus 
 (Ef. 3:1b)     ⇒

Om deze reden buig ik... (Ef.4:1)

Amen!  Ik, de gevangene in de Heer, roep jullie op
 (Ef. 3:21b-4:1a)

Paulus' onderbreking is dus een belangrijke bevestiging van verschillende dingen die we al in eerdere meditaties over de Vader gezien hebben. Toch voegen dat, en de inleiding er in op zijn afsluitend gebed beide cruciale inzichten toe over het kennen van onze Vader. Ten eerste: alleen door ‘openbaring’ kunnen gelovigen ten volle begrijpen hoe God onze Vader is. Hoewel Paulus grondig onderwezen was in de Hebreeuwse Schriften moest ook hij nog zo'n openbaring ontvangen. De naam die hij aan die openbaring geeft – ‘het mysterie van de Messias’ – verklaart waarom. God had sinds de schepping iets verborgen gehouden. Zelfs in de Schriften die hij de IsraĂ«lieten gegeven had, in de ‘voorgaande generaties’, had hij bepaalde dingen aan niemand van hen bekend gemaakt, hoewel er wel enige ‘verwijzingen naar God als ‘Vader’, en naar zijn komende 'gezalfde' (Messias) in de Schriften staan (zie Meditaties #A-E). Maar het volle voornemen van onze Vader met het scheppen van menselijke wezens als zijn kinderen zou pas geopenbaard worden met de komst van de Geest.

Ten tweede bevestigt Paulus’ onderbreking dat er een Tijdswisseling heeft plaatsgevonden in onze relatie met de Vader. Er was een Tijd, beginnend met de schepping, waarin ‘het Mysterie’ verborgen werd gehouden. Maar ‘nu’ is er een nieuwe Tijd aangebroken waarin God dit ‘mysterie van zijn wil’ (Ef. 1:9) bekend maakt,- een tijd waarin gelovigen uit alle ‘volkeren’ [Gr. ethne] meerderjarig worden in Christus als ‘mede-erfgenamen’. Ten derde, Gods bedoeling voor het ‘beheer van het Mysterie’ is dat deze etnische groepen binnen de kerk ‘nu’ – door hun multiculturele gezamenlijke aanbidding – de ‘rijkgeschakeerde [Gr. polu-poikilos] wijsheid van God’ bekend zullen maken. Polu betekent ‘veel’ en poikilos betekent ‘gevarieerd’. Dit is dezelfde multi-etnische aanbidding van de Vader waar Jezus over sprak tijdens zijn bezoek aan Samaria (Med.#3).

Maar Paulus’ onderbreking in de bovenstaande tekst openbaart ook nog een paar andere dingen die voorheen verborgen waren gebleven. Wat Christus ‘verwezenlijkt heeft’, door ons in deze nieuwe relatie met God te brengen door de Geest, is overeenkomstig Gods ‘voornemen van eeuwigheden her’. Gods plan voor het ‘samenkomen’ en het ‘meerderjarig worden’ van mensen uit alle volkeren was vastgesteld in de eeuwigheid,- voor de schepping van de wereld, en daarom voordat de zonde de wereld binnenkwam. Daarom kwam Jezus niet alleen om redding te brengen aan een wereld gebroken door de menselijke zonde, maar ook om iets nieuws toe te voegen aan de mensheid (Med.#8). Paulus had uit de Schriften begrepen dat God elk ‘volk’ [Gr. ethnos] gemaakt had door elk van hen een afgegrensd woongebied toe te meten (Hand. 17:26). Maar nu, door de Geest, begint hij Gods geheime ‘voornemen van eeuwigheden her’ voor al deze verscheidenheid te begrijpen. ‘In Christus Jezus’ en ‘door het Evangelie’ zouden alle volkeren ‘bijeengebracht’ worden ten einde God te aanbidden als ‘mede-erfgenamen’ en in â€˜Ă©Ă©n lichaam’ (Med.#70). Als ‘medeburgers’ van een ‘hemels Jeruzalem’ zouden alle volkeren en etnische groepen, IsraĂ«l incluis, hun ‘heerlijkheid en eer’ inbrengen (Med.#44 en Med.#92). Deze stad is dus een multi-etnische, en het is niet alleen iets voor de toekomst. Het is Gods bedoeling dat zijn ‘rijkgeschakeerde wijsheid’ reeds ‘nu, door de kerk’ ‘wordt bekendgemaakt’!

Maar het is Paulus’ ervaring dat Gods bedoeling niet automatisch een realiteit wordt in de kerk door de verkondiging van ‘de rijkdom van de Messias’ alleen. Paulus moest ook ‘aan het licht brengen hoe het beheer van het Mysterie is’. Het kruis van Christus had niet alleen de scheidingsmuur in de Tempel gebroken, de bevoogdende macht van de Wet en alle interetnische vijandschap, maar de Geest heeft alle etnische groepen in de kerk ‘mede-erfgenamen’ gemaakt. Als volwassen zonen en dochters hebben alle discipelen – ongeacht etnische afkomst, geslacht, of maatschappelijke klasse – gelijkelijk toegang tot de Vader in Christus, door de Geest (Med.#4 en Med.#44). Het is dit deel van ‘het Mysterie’ dat het moeilijkst te realiseren is in de meeste kerken.

Waarom? Kijk eens naar de inleidende woorden op Paulus' gebed, na de onderbreking. Hier beschrijft hij de Vader als de Ene ‘aan wie alle vaderschap in hemelen en op aarde de naam ontleent’.[i] Dus is het alleen maar natuurlijk om over Gods vaderschap te denken in termen van onze eigen culturele ideeĂ«n of persoonlijke ervaringen met menselijke vaderfiguren. Maar mensen die slechte vaders hadden, en ook veel theologen, ontgaat het vaak dat Paulus niet zegt dat God op onze vaders lijkt. Veeleer zegt hij dat God onze echte ‘Vader’ is (Med.#A), en dat menselijke vaders op de een of andere manier op hem zouden hebben moeten lijken! Zoals een van mijn studenten opmerkte: ‘in plaats van te zeggen God is Vader, kunnen we beter zeggen Vader is God.’

Deze openbaring kan heel behulpzaam zijn voor al die Christenen die opgroeiden met slechte beelden van vaderschap of pijnlijke ervaringen met menselijke vaders. Zij hoeven daar niet langer doorheen te kijken naar God, of daar eerst genezing over te ontvangen, voor zij God kunnen leren kennen als hun echte Vader. Zij hoeven alleen maar naar Jezus te kijken. Want hij is niet alleen onze Redder, maar hij is ook de perfecte afspiegeling van hoe onze echte Vader is (Joh. 14:9, Med.#10). En de manier waarop hij met de Vader wandelde als volwassen Zoon, na de komst van de Heilige Geest, is het perfecte model voor hoe wij hetzelfde kunnen doen nadat wij door Jezus in de Heilige Geest volwassen zonen en dochters zijn geworden.

Dus als jouw aardse vader afwezig was, verwaarlozend, gewelddadig, ontrouw, zwak of iemand die zijn gezin in de steek liet, overdenk dan wat er in de evangeliĂ«n is opgeschreven over hoe Jezus met mensen omging. Als je een vader of stiefvader had die nog steeds controlerend en kritisch was, zelfs nadat je volwassen was geworden, dan kun je overdenken hoe Jezus zijn discipelen als volwassenen begeleidde,- ondanks dat hij hen soms liefkozend ‘kinderen’ noemde. Op deze manier nadenken over Jezus is ook essentieel als je hebt geleden onder religieus geweld of controlerende ‘vaderfiguren’ in de kerk. Als jij nog steeds te maken hebt met controlerende ‘vaderfiguren’ die het leven in jouw gezin, kerk, stam of etnische groepering domineren, overdenk dan de teksten in Hoofdstuk 4 (Med.#25-32)en in Hoofdstuk 9 (Med.#68-77).

Hoe dan ook, wat jouw slechte ervaring op het gebied van ‘vaderschap’ in jouw gemeenschap ook is – zelfs als dat druk inhoudt om je te houden aan de wegen van dode ‘voorvaders’ (vooroudergeesten) – in Christus ben je hersteld in het ‘huisgezin’ van je echte Vader. Je bent in een nieuwe relatie met hem gekomen als een volwassen zoon of dochter door de Geest,- als mede-erfgenaam met je Oudste Broer en met broers en zussen uit vele volkeren. Hoe het Evangelie ons vrijzet in deze nieuwe familierelatie zal het onderwerp zijn van de volgende overdenkingen.

HET WOORD BIDDEN

Vader, aan wie al mijn onvolkomen beelden van vaderschap hun naam ontlenen, geef mij de Geest van wijsheid en openbaring om u ten volle te kennen als mijn Vader. (Ef. 3:14-15; 1:17)

Open de ogen van mijn hart voor de rijkdom van uw heerlijk erfdeel, die mannen en vrouwen uit alle volken mijn mede-erfgenamen maakt.      (Ef. 1:18; 3:6; 1 Pet. 3:7)

En open de ogen van mijn hart voor de allesovertreffende grootheid van uw macht aan ons, waarmee u Christus opwekte uit de doden en deed zetelen aan uw rechterhand, hoog boven alle overheid, gezag, macht en heerschappij, en alle naam die wordt genoemd, nu reeds in deze eeuw; opdat wij met hem mee-levend gemaakt mogen worden, en in hem mee-opgewekt en mede een zetel gegeven worden onder de hemelse wezens. (Ef. 1:18a,19-21; 2:5-6)

VOETNOOT

[i] De woorden ‘patriarchaal’ en ‘patriottisme’ zijn beide afgeleid van het woord dat Paulus in de bovenstaande tekst gebruikt voor ‘vaderschap’ [Gr. patria].