(59)

Religieuze systemen kunnen ons belemmeren

Johannes’ verslag van Jezus’ eerst genezing van een man op de Sabbat gaat helemaal over zijn partnerschaprelatie met zijn Vader. Maar de taal die Johannes gebruikt loopt vooruit op wat hij Jezus later hoorde zeggen: namelijk dat wij ook zo’n zelfde intieme partnerschaprelatie met de Vader zouden hebben nadat hij tot hem teruggekeerd was. Daarom kunnen we veel leren van het voorbeeld dat Jezus bij deze gelegenheid geeft wat betreft het samenwerken met de Vader. Maar dit voorval laat ook zien hoe religieuze rituelen, regels en theologische systemen in de weg kunnen zitten, waardoor we niet zien wat onze Vader aan het doen is en waarin we met hem kunnen samenwerken. Want een gericht zijn op deze religieuze systemen kan zomaar een vervanging worden voor het wandelen in een relatie met God als onze Vader. - JKM

SCHRIFTGEDEELTE

Na dat alles is er een Joods feest en trekt Jezus op naar Jeruzalem. ·Nu is er in Jeruzalem bij de Schaapspoort een bronnenbad, in het Hebreeuws Betzata geheten, dat vijf zuilengangen heeft. ·Daarin ligt een grote menigte zieken: blinden, lammen en uitgeteerden
 ·Er is daar iemand, een man, die al achtendertig jaar ziek is. ·Jezus ziet hem liggen en wetend dat hij reeds lange tijd zijn ziekte heeft, zegt hij tot hem: ‘Wilt u gezond worden?’ ·‘Heer,’ antwoordt de zieke, ‘ik heb niemand om mij in het bad te werpen, wanneer het water wordt beroerd; tegen de tijd dat ik aankom, daalt een ander al voor mij af!’ ·Jezus zegt tot hem: ‘Sta op, neem uw ligmat op en wandel!’ ·En meteen wordt deze man gezond; hij neemt zijn ligmat op en wandelt. Nu was het die dag echter Sabbat. ·Dus zeggen de JudeeĂ«rs tot hem die genezen is: ‘Het is Sabbat. Het is je niet geoorloofd je ligmat op te nemen!’ Maar hij antwoordt hun: ‘De man die mij gezond gemaakt heeft, die heeft tot mij gezegd: “Neem uw ligmat op en wandel!”.’ ·‘Wie is die man die tot jou gezegd heeft: “Neem uw ligmat op en wandel!”?’ vragen ze hem. ·Maar de genezene wist niet wie het was, want Jezus was de schare die er op die plaats was ontweken. ·Naderhand vindt Jezus hem in het heiligdom en zegt tot hem: ‘Luister! U bent nu gezond geworden. Zondig niet meer, opdat er u niet iets ergers geschiede’. ·De man gaat heen en vertelt de JudeeĂ«rs dat het Jezus is die hem gezond gemaakt heeft. (Johannes 5:1-15 GH)

Daarom zijn de JudeeĂ«rs Jezus gaan vervolgen, omdat hij dit op de Sabbat heeft gedaan. ·Zijn antwoord
 is: ‘Mijn Vader werkt tot op dit moment; dus werk ik ook!’ ·Daardoor zijn de JudeeĂ«rs eens te meer zijn dood gaan zoeken, omdat hij niet alleen de Sabbat ontbond maar ook God zijn Vader noemde,- zo zichzelf gelijkmakend aan God. ·Dan antwoordt Jezus
: ‘
De Zoon kan niets doen vanuit zichzelf; hij kan alleen de dingen doen die hij de Vader ziet doen, want de dingen die hij doet, doet de Zoon evenzo. ·Want de Vader heeft diepe genegenheid [Gr. philei] voor de Zoon, en toont hem alles wat hij zelf doet. En hij zal hem grotere dingen dan deze tonen,- werken waarover jullie je zullen verwonderen
 · En de dingen die ik aan zijn zijde hoor, zijn de dingen die ik verkondig.’ (Joh. 5:16-20; 8:26b GH)

‘Wie in mij gelooft,- de werken die ik doe zal ook hij doen, en grotere dan deze zal hij doen,- omdat ik naar de Vader ga
 ·Ik noem jullie niet langer dienaars, omdat een dienaar niet weet wat zijn heer doet. Maar ik heb jullie vrienden genoemd [Gr. philous], omdat ik aan jullie bekend heb gemaakt al wat ik gehoord heb aan de zijde van mijn Vader... ·Op die dag
 wat jullie de Vader ook vragen in mijn naam, dat zal hij jullie geven. · Niet dat ik het de Vader voor jullie zal vragen; ·want de Vader zelf heeft diepe genegenheid [Gr. philei] voor jullie, omdat jullie diepe genegenheid gehad hebben [Gr. pe-philee-kate] voor mij.’ (Joh. 14:12; 15:15; 16:23,26b-27 GH)

MEDITATIE

In de bovenstaande tekst beschrijft Jezus dit werk van genezing in termen van een hecht partnerschap met zijn Vader, waarin het de verantwoordelijkheid van de Zoon is om aan te sluiten bij wat de Vader aan het doen is. Dit is een ‘volwassen’ niveau gezinsrelatie en daarom gebruikt Johannes het Griekse woord voor ‘liefhebben’ dat is afgeleid van het woord voor ‘vriend’ [Gr. philos] om te beschrijven hoe de Vader ‘diepe genegenheid heeft’ [Gr. philei] voor de Zoon door hem te laten zien wat hij aan het doen is. Twee jaar later vertelt Jezus zijn discipelen dat ook zij na zijn hemelvaart dezelfde werken zullen doen in partnerschap met de Vader. Ook zij zullen behandeld worden als ‘vrienden’, die ook mogen weten wat hun Vader aan het doen is (Med.#22; Med.#57); want de Vader zelf heeft diepe genegenheid [Gr. philei] voor alle discipelen. En ook zij zullen in staat zijn om dingen rechtstreeks te leren van de Vader (Med.#51). Dus daarom is het belangrijk dat we leren hoe we dat doen, door te kijken naar hoe Jezus samenwerkte met zijn Vader.

Het eerste wat we zien is dat Jezus bereid is om zijn plannen voor de dag te onderbreken om te kunnen doen wat hij de Vader ziet doen. Hij is naar Jeruzalem gekomen om een van de drie grote Joodse feesten te vieren, en terwijl hij onderweg is naar de Tempel volgt hij de leiding van de Geest en maakt een omweg via Betzata, een gebouw vol zieke mensen. Het tweede wat we opmerken is dat hij zijn handelen beperkt tot het genezen van Ă©Ă©n specifieke man. Hoewel zijn algemene ‘zalving’ was om mensen te genezen en de onderdrukten vrij te zetten (Luc. 4:18), was zijn belangrijkste richtpunt zijn partnerschap met de Vader, en niet zijn bediening. Misschien leidde de Vader hem om alleen deze ene persoon te genezen vanwege de Sabbatswet die hij zelf had gegeven, want bij alle vijf de gelegenheden waarover we kunnen lezen, waarbij de Vader Jezus leidde om te genezen op de Sabbat, werd er iedere keer slechts Ă©Ă©n persoon genezen.[i] Maar waarom juist deze specifieke man? Waarschijnlijk vanuit de Vaders diepe bewogenheid met deze man, die al zo lang geleden heeft,- achtendertig jaar; want dat is wat hij Jezus openbaarde. En hoewel de Vader Jezus ook laat zien dat de mans eigen zonden iets te maken hadden met zijn ziekte, is dat pas veel later. De Vader is meer gericht op ons dan hij is op onze zonden!

Ten derde zien we dat Jezus zorgvuldig de Vaders leiding volgt in het zoeken naar heelheid voor deze persoon, in plaats van alleen maar zijn misvorming te herstellen of zijn zonde aan de kaak te stellen. Jezus zegt niet zomaar: ‘Wees genezen!’ Hij vraagt de man eerst: ‘Wilt u gezond worden?’ Misschien vind je dit een vreemde vraag, maar is dat echt zo? Sommige zieken raken erg gewend aan de aandacht die ze krijgen door de slachtofferrol te spelen. Luister maar wat deze man zegt: ‘Ik heb niemand’ om me te helpen; altijd ‘daalt een ander voor mij af ’ in het water. Om echt gezond te worden moet deze man er mee stoppen het slachtoffer te spelen en er voor kiezen om beter te worden. Dat betekent dat hij moet doen wat Jezus tegen hem zegt: ‘Sta op
 en wandel!’ En er is iets waar hij mee af moet rekenen, zegt Jezus, omdat hem anders in de toekomst mogelijk nog erger lijden te wachten staat.

We lezen nergens wat de zonde van deze man was. Maar er zijn zonden die kunnen resulteren in een lange ‘gevangenschap’: het niet tonen van ontferming tegenover anderen nadat we zelf ontferming ontvangen hebben (Med.#19); of het niet vergeven van anderen, wat maakt dat ook wij geen vergeving van onze Vader zullen ervaren (Med.#13). Was er iemand in het leven van deze man die hij al bijna vier decennia geweigerd heeft te vergeven of ontferming te betonen? Als dat zo is dan heeft de Vader nu de eerste stap gezet om hem ontferming te betonen, maar hij verwacht dat deze man ook ontferming zal tonen. Door deze man uit te dagen te kiezen – genezing boven slachtoffer zijn, geloof boven angst, en navolging van zijn Vader boven zelfrechtvaardiging – behandelen Jezus en de Vader deze man met respect. Hij is niet zomaar een arm slachtoffer die liefdadigheid nodig heeft, of een ‘zondaar’ die de diensten van rechtvaardige mensen met superkracht tot genezing nodig heeft. Hij is een ‘verloren’ zoon die zijn verantwoordelijkheid moet nemen in het genezende werk van zijn Vader.

Al Jezus’ werken en woorden hebben hun oorsprong in het hart van de Vader (Med.#64; Med.#10). Maar de mensen in dit verhaal met een ‘religieuze’ oriĂ«ntatie kunnen dit niet zien. De eerste reactie van de verlamde man is dat hij alleen maar kan denken aan het rituele protocol; en later is hij zo geĂŻntimideerd door de veroordelende religieuze leiders dat hij er voor kiest om Jezus aan hen te verraden. Evenzo zijn de JudeeĂ«rs blind voor het werk van ontferming van de Vader in het leven van deze man, en zien ze alleen maar dat hij en Jezus de Sabbatswet overtreden. Zij zijn vergeten dat ontferming, gerechtigheid en nederig wandelen met God belangrijker zijn dan het tot in detail onderhouden van de wet en de offerrituelen (Micha 6:6-8; Hos. 6:6; Matt. 12:7-14; 23:23). Religieuze regels en rituelen kunnen een subtiele vervanging worden voor een relatie met onze Vader, en mensen die Gods Woord veranderen in een religieus systeem dreigen het zicht te verliezen op de diepere nadruk die er in ligt op een persoonlijke en collectieve relatie met hun Schepper als hun Vader,- zowel in de Thora (Med.#A) als in de Profeten (Med.#C). Wanneer religieuze regels en rituelen ons niet langer helpen om te groeien in een relatie met onze Vader en om meer op hem te gaan lijken (Luc. 6:46; Lev. 20:7), dan worden we net als de verlamde man bange dienstknechten van een religieus systeem. Of we zoeken net als de JudeeĂ«rs veiligheid voor een afstandelijke God in religieus vertoon en in het verdedigen van het systeem. En deze mannen waren zelfs bereid te moorden ten einde hun religieuze systeem te beschermen.

Dus wanneer Jezus zijn handelen verklaart met te zeggen: ‘Mijn Vader werkt tot op dit moment; dus werk ik ook’, dan horen deze religiegerichte mannen alleen maar godslastering,- een mens die exclusief beweert ‘God gelijk’ te zijn. Maar ook vandaag nog maken veel theologen dezelfde fout. Zij zien in Jezus’ woorden slechts een claim dat hij God is. Hoewel Johannes gelooft dat Jezus God is (Med.#58) – en dat geloof ik ook – betreft het belangrijkste punt dat Jezus bij deze gelegenheid probeert te maken: de verantwoordelijkheid van een ware zoon of dochter om te doen wat hij of zij de Vader ziet doen, zelfs als dat ‘religieuze’ mensen tegen de borst zou stuiten.

Als jij een discipel van Jezus bent, weet je dan dat je Vader diepe genegenheid heeft voor jou, als een volwassen zoon of dochter? En dat hij jou wil laten zien wat hij aan het doen is in jouw leven en in de levens van de mensen om je heen? Werk jij met hem samen, zoals Jezus deed? Of ben je zo gericht op de rituelen, regels en ideeĂ«n van een religieus systeem (en op de kritiek die je zou kunnen krijgen van ‘religieuze’ mensen) dat je niet kan zien wat je Vader aan het doen is? Misschien lijd jij of iemand in jouw omgeving al een lange tijd. Weet je dat je Vader daarvan op de hoogte is en dat het zijn verlangen is om ontferming te betonen? Blijf hem vragen om genezing in Jezus’ naam (Med.#14), maar beperk je vragen niet tot je eigen persoonlijke noden en verlangens.

HET WOORD BIDDEN

Vader, ik vraag u in Jezus’ naam om mij te tonen wat u doet. (Joh. 5:20; 16:26-27)

En ik wil vandaag vol ontferming zijn, zoals ook u vol ontferming bent. (Luc. 6:36)

VOETNOOT

[i] De tweede genezing op een Sabbat vond kort daarop plaats in Galilea (Matt. 12:9-14; Marc. 3:1-6; Luc. 6:6-11); de derde meer dan een jaar later in Jeruzalem tijdens het Loofhuttenfeest (Joh. 7:2,14; 9:1-7); de vierde en vijfde tijdens Jezus’ bediening in Perea (Luc. 13:10-17; 14:1-6).