(35)

De Vaders troost in tijden van lijden

Wat is jouw antwoord op een tijd van lijden? Ben je net als Paulus: eerlijk over je eigen eerste reactie op deze narigheid? Hij begon te ‘wanhopen’ en twijfelde er zelfs aan of hij zou overleven. Merk op dat Paulus niet slechts aan de KorintiĂ«rs schrijft over zijn bevrijding. Anderen alleen laten delen in je ‘successen’ is de weg van de wereld. Dus wat kunnen we in deze situatie leren van Paulus? Door de troost die hij ontving in zijn relatie met God als zijn Vader, onze Vader, was hij in staat openlijker te spreken over zijn zwakheden. Het lijkt er zelfs op dat hij meer onder de indruk is van zijn Vaders tegenwoordigheid naast hem in zijn moeilijkheden, dan met de uiteindelijke daad van bevrijding uit het lijden. Want onze Vader komt langszij tijdens ons lijden, troost ons en verandert ons lijden door zijn opstandingskracht, nog voor hij ons er van bevrijdt. – Johanna Duran-Greve (Duitsland)

SCHRIFTGEDEELTE

Genade voor jullie en vrede, van God onze Vader en van de Heer, Jezus Christus. ·Gezegend zij de God en Vader van onze Heer, Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden, en de God van alle bemoediging [Gr. para-kleesis], ·die ons bemoedigt in al onze verdrukking, opdat wij in staat zullen zijn anderen te bemoedigen in velerlei verdrukkingen, door de bemoediging waarmee wijzelf bemoedigd worden door God. ·Want als het lijden van de Christus in ons vermeerdert, dan vermeerdert ook onze bemoediging door de Messias. ·Maar als wij verdrukt worden dan is het voor jullie bemoediging en redding. En als wij bemoedigd worden dan is het voor jullie bemoediging,- die geduldige volharding uitwerkt, in hetzelfde lijden dat ook wij te lijden hebben. ·Onze hoop voor jullie is bevestigd nu wij weten dat zoals jullie deelgenoot zijn in het lijden, jullie dat ook zijn in de bemoediging. (2 Korintiërs 1:2-7 PH)

Want wij willen niet dat jullie onwetend blijven, broeders en zusters, van onze verdrukking, die ons heeft getroffen in Asia, waarin wij zo boven onze macht bezwaard werden, dat we zelfs wanhoopten aan ons leven. ·Wij zagen ons doodsvonnis al getekend, zodat we niet meer op onszelf konden vertrouwen, maar alleen nog op God die de doden opwekt. ·Hij heeft ons uit zo’n dood gered en is doende ons te redden. Op hem hopen wij dat hij ons nogmaals zal redden, ·opdat door jullie mee-arbeiden in gebed voor ons – het geschenk aan ons van velen – er ook veel dankzegging zal zijn voor ons. (2 Kor. 1:8-11 PH)

Want dit is ons roemen, het getuigenis van ons geweten, dat ons gedrag tegenover jullie in de wereld verder ging dan alleen ruimhartigheid en oprechtheid Gods, niet in wijsheid van het vlees, maar in genade van God. ·Want wij schrijven jullie niets anders dan wat jullie lezen en erkennen – en naar ik hoop ten einde toe zullen erkennen, ·zoals jullie ook, ten dele, ons erkend hebben – dat wij jullie roem zijn op de dag van onze Heer Jezus, zoals jullie die van ons zijn... ·Want de Zoon van God, Jezus de Messias, die door ons onder jullie verkondigd is
 werd ‘Ja!’ ·En wat de Ja!-beloften van God in hem ook zijn, daardoor komt, door hem, ook het ‘Amen’, tot eer van God, door ons. ·God nu, de Ene die ons met jullie samen bevestigt in de eenheid met Christus, en die ons heeft gezalfd, ·heeft ons ook voor zich verzegeld en ons als onderpand de Geest in ons hart gegeven. (2 Kor. 1:12-14, 19-22 PH)

MEDITATIE

In dit gedeelte deelt Paulus niet alleen wat feiten over zijn meest recente moeilijkheden, maar ook iets over hoe hij dit lijden beleefde,- de druk, en zelfs de wanhoop toen hij de Dood in de ogen zag. Merk op dat Paulus niet alleen maar schrijft over zijn bevrijding. Anderen alleen maar deelgenoot maken van onze ‘successen’ is de weg van de wereld. Paulus daarentegen is eerlijk over zijn eigen zwakheid en behoefte aan bemoediging in zijn lijden, omdat hij weet dat dit anderen de kracht en het geduld zal geven om hun eigen lijden te verduren. (2 Kor. 1:6).

Paulus was in staat zijn zwakheid met anderen te delen vanwege de bemoediging en de genade en vrede die hij ontving van zijn Vader! En hij ontving deze bemoediging allereerst door geloof in de Vaders karakter zoals dat geopenbaard is in de Schriften. Bijvoorbeeld dat ten diepste Gods houding tegenover menselijke wezens barmhartigheid is,- een mededogen dat voortvloeit uit zijn liefde voor ons als onze Vader (Ps. 103:8,13, Med.#B). Wat triest dat datgene wat zo vaak van de kansel gepredikt wordt totaal haaks staat op dit Bijbelse beeld van de Vader. Jezus’ mededogend handelen daarentegen, zoals opgetekend in de evangeliĂ«n, was een volmaakte weerspiegeling van zijn Vaders barmhartige karakter. En hij onderwees dat Gods volwassen zonen en dochters moeten uitgroeien tot mensen die eveneens het barmhartige karakter van hun Vader weerspiegelen (Med.#12).

Ten tweede ontving Paulus rechtstreeks ‘bemoediging’ [Gr. para-kleesis] van zijn Vader door de Heilige Geest. Jezus gebruikte een variatie van hetzelfde woord toen hij de Heilige Geest beschreef als een ‘andere Pleitbezorger’ [Gr. parakleetos][i] van de Vader die ‘langszij zou komen’ net als Jezus dat gedaan had, maar nu ‘voor eeuwig’ (Joh. 14:16 NBV, Med.#51). Paulus gebruikt in dit Schriftgedeelte tien keer een vorm van para-kleesis en maar twee keer het woord bevrijding, waardoor het lijkt alsof hij meer onder de indruk is van zijn Vaders aanwezigheid in zijn moeilijkheden, dan van de uiteindelijke handeling van bevrijding uit het lijden. Dus moeten we, als we lijden ondergaan, bedenken dat we niet alleen zijn.

Denk maar aan Jezus, hoe hij afdaalde van de Vader naar een lijdende wereld, hoe hij deelde in onze kwetsbaarheid en ons lijden, het toen loste en veranderde, en uiteindelijk het proces in werking zette dat ons totale vernieuwing en bevrijding zal brengen. Denk ook aan de ‘vierde persoon’ die plotseling naast Sadrach, Mesach en Abadnego verscheen in de vurige oven (Dan. 3:24-25). Denk aan Gods woorden door de profeet Jesaja: “Wanneer je oversteekt door het water ben ik bij je
” (Jes. 43:2-3). Het hebben van de Heilige Geest betekent dat onze Vader altijd bij ons is (Joh. 14:23) in ons lijden,- zelfs als we ons, net als Paulus, overweldigd voelen door ons lijden en de hoop op willen geven.

Ten derde laat Paulus zien dat onze Vader ook ons lijden verandert, zelfs voor hij ons er uit bevrijdt. Wanneer hij op zulke momenten langszij komt, dan verbindt hij ons op een zodanige manier met Jezus dat ons lijden veranderd wordt in een overvloeien van zijn lijden. Daarom kon Paulus zijn lijden beschouwen als een voorrecht (Fil. 1:29-30),- niet omdat lijden in zichzelf goed is, maar omdat delen in Christus’ lijden een belangrijk deel is van ons mede-erfgenaam zijn met hem, en van volwassen zonen en dochters zijn van onze Vader (Med.#5).

Ten vierde, net als Jezus kunnen ook wij altijd rekenen op uiteindelijke bevrijding uit ons lijden door onze Vader. Maar we moeten, net als Paulus, leren dat deze bevrijding afhangt van de opstandingskracht van onze Vader,- niet van onze eigen kracht, en zelfs niet van de kracht van ons geloof! Kijk maar eens naar Jezus, degene met het grootste geloof! Zelfs toen hij uiting gaf aan dit geloof in zijn Vader, ‘alles is mogelijk voor u’ (Marc. 14:36, Med.#39), werd hij toch niet direct van zijn lijden verlost. Zijn Vader antwoordde hem echter wel: hij zond een engel om hem te sterken, en hij liet hem niet alleen, zelfs niet op het kruis (Luc. 22:43, Med.#39; Joh. 16:32, Med.#41). In de volgende zes meditaties zullen we de ervaring van Jezus met zijn Vader in het zicht van zijn lijden bestuderen.  

Ten vijfde, Paulus’ vertrouwen in zijn Vader was meer gericht op zijn Vaders ultieme uitoefening van ‘opstandingskracht’ in zijn leven dan op bevrijding van lijden. Want hij had deze opstandingskracht ervaren in Asia, maar was - ten tijde van deze brief – nog niet bevrijd van zijn ‘doorn in het vlees’ (Med.#34). Paulus kon zich verheugen in Christus’ opwekkingskracht in zijn leven zelfs terwijl hij nog steeds geconfronteerd werd met een pijnlijke ‘zwakheid’, omdat hij rotsvast vertrouwde op zijn uiteindelijke lichamelijke opwekking met Jezus. Deze hoop stelde hem in staat om niet te versagen ondanks zijn dagelijkse ‘lasten’. En het belangrijkste bewijs dat deze opstandingskracht in ons leven werkzaam is, is de Heilige Geest die ons de kracht geeft om in geloof niet overheerst te worden door de pijn die we zien of ervaren (2 Kor. 4:16-5:7).

Ten slotte, dit werk van de Heilige Geest en de bemoediging van onze Vader bewerkt een verandering in ons. We beginnen de vrucht van ‘geduldige volharding’ aan de dag te leggen terwijl we leven in een gebroken wereld waarin uiteindelijke bevrijding niet onmiddellijk daar is. We verwerven ook begrip en hoop,- die ons beide bekrachtigen om met geloof te bidden voor anderen in hun lijden. Maar onze gebeden zullen hen alleen helpen als we eerlijk kunnen zijn over onze eigen zwakheid in het lijden. En als we in staat zijn hen de manier waarop de Vader ons antwoordt te laten begrijpen: dat hij eerst langszij komt om ons te bemoedigen in ons lijden, dat hij ons lijden verandert door zijn opstandingskracht door identificatie met het lijden van Christus, en ons dan bevrijdt en verandert,- al gebeurt dit vaak niet zo snel als wij wel zouden willen.

HET WOORD BIDDEN

Vader, ik prijs u dat u ontfermend en genadig bent, lankmoedig, overvloedig in een liefde die hoger is dan de hemel en die langer duurt dan de eeuwigheid. U blijft niet eeuwig toornen en doet ons niet naar onze zonden; nee, ver weg van ons doet u onze misstappen. U kent onze formering en blijft indachtig dat wij kwetsbaar zijn. (Ps. 103:2,8-16)

Dank u dat u de Geest als onderpand van al wat komt in ons hart heeft gegeven. Door hem ontvang ik uw bemoediging, en ik vertrouw op uw opstandingskracht. En als het lijden van Jezus overvloeit in mijn leven, Vader, dan vestig ik mijn hoop op u, dat u mij ook zult bevrijden; want onze tijdelijke lichte last der verdrukking bewerkt voor ons een steeds in overtreffendheid toenemende en eeuwige zwaarte aan heerlijkheid. (2 Kor. 1:22,3-5,9-10; 4:17)

Vader, mag de bemoediging die ik van u ontvang, van uw aanwezigheid in mijn lijden, overvloeien naar anderen die ook door moeilijke tijden gaan. (2 Kor. 1:3-6)

VOETNOOT

[i] De betekenis van het Griekse woord para-kleetos – dat letterlijk ‘erbij-geroepene’ of ‘langszij-geroepene’ betekent – houdt meer in dan alleen maar het zijn van of een Trooster (HSV), of [Gids en] Helper (WV,NB), of Plaatsvervanger (HB), of Raadsman (VPB). Het woord verenigt eigenlijk alle vier deze aspecten, en wordt gebruikt om zowel Jezus als de Heilige Geest te beschrijven (Joh. 14:16, Med.#51; 1 Joh. 2:1, Med.#52). Zie de hiervoor genoemde meditaties om beter te begrijpen waarom wij voor de vertaling ‘Pleitbezorger’ hebben gekozen.