(22)

Vrucht dragen vanuit liefde, gehoorzaamheid, begrip en vriendschap

Deze gelijkenis leert ons dat de Vader een doel voor ons heeft, als zijn zonen en dochters: om volwassen en vruchtbaar te zijn. En in Jezus kunnen we groeien en in relatie met de Vader blijven. In Jezus’ leven hier op aarde zien we de onvoorwaardelijke liefde van de Vader voor ons. Hij is het voorbeeld voor ons hoe we in de Vaders liefde kunnen blijven door te leven uit gehoorzaamheid. Alleen als we zijn voorbeeld volgen zullen we vrucht dragen voor de Vader hier op aarde, net zoals hij deed. Deze gelijkenis belicht ook de rol van het maken van keuzes. Nemen wij, als volwassen zonen en dochters, die verantwoordelijkheid om te kunnen blijven groeien in onze relatie met de Vader? Laten wij een innerlijk karakter zien dat onze Vader in de hemel weerspiegelt? Is ons leven een getuigenis voor anderen dat hen helpt hun echte Vader te vinden? Zijn we in de leer bij onze Vader en gehoorzamen wij hem? - Johanna Duran-Greve (Duitsland) & Liza Ryan (Canada/VS)

SCHRIFTGEDEELTE

‘Ik ben de ware wijnstok, en mijn Vader is de landman. ·Elke rank in mij die geen vrucht draagt die neemt hij weg, en elke die wel vrucht draagt, die snoeit [Gr. kathairei] hij opdat hij nog meer vrucht zal dragen.

Jullie zijn reeds gereinigd [Gr. katharoi] door het woord dat ik tot jullie heb gesproken. ·Blijft in mij, zoals ik in jullie. Zoals een rank vanuit zichzelf geen vrucht kan dragen, zonder in de wijnstok te blijven, zo ook jullie niet als jullie niet in mij blijven. ·Ik ben de wijnstok, jullie zijn de ranken. Wie in mij blijft, zoals ik in hem, die draagt overvloedig vrucht; want los van mij kunnen jullie niets doen. ·Als iemand niet in mij blijft, lijkt hij op een rank die werd weggeworpen en verdort,- en wordt verbrand, wanneer ze die bijeen brengen en in het vuur werpen. ·Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie blijven,- al wat jullie willen: vraagt het en het zal jullie ten deel vallen. ·Daarin wordt mijn Vader verheerlijkt,- dat jullie overvloedig vrucht dragen en zo mijn discipelen worden.

Zoals de Vader mij heeft liefgehad heb ik jullie liefgehad. Blijft in mijn liefde! ·Als jullie mijn geboden houden, zullen jullie in mijn liefde blijven, zoals ik de geboden van mijn Vader heb gehouden en in zijn liefde blijf. ·Dit alles heb ik tot jullie gesproken opdat mijn vreugde in jullie zal zijn en jullie vreugde volkomen zal zijn. ·Dit is mijn gebod: dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. ·Grotere liefde dan deze heeft niemand: dat iemand lijf-en-ziel inzet voor zijn vrienden. ·Jullie zijn mijn vrienden als jullie doen wat ik jullie gebied. ·Ik noem jullie niet langer dienaars, omdat een dienaar niet weet wat zijn heer doet. Maar ik heb jullie vrienden genoemd omdat ik aan jullie bekend heb gemaakt al wat ik gehoord heb aan de zijde van mijn Vader. ·Niet jullie hebben mij uitgekozen, nee, ik heb jullie uitgekozen en ik heb jullie aangesteld [Gr. etheeka], zodat jullie heengaan en vrucht dragen en jullie vrucht blijvend zal zijn,- opdat, wat jullie de Vader ook zullen vragen in mijn naam, hij jullie dat zal geven. ·Dit gebied ik jullie, dat jullie elkaar liefhebben!’  (Johannes 15:1-17 GH)

MEDITATIE

De essentie van deze gelijkenis is onze relatie met de Vader, en zijn doel dat wij volwassen, vruchtdragende zonen en dochters worden. Met de komst van de Geest is een Nieuwe Tijd aangebroken waarin we ‘niet meer’ zijn als dienaars in het huishouden van een heer,- niet langer minderjarige kinderen onder beheerders en voogden (Med.#4). Als volwassen zonen en dochters mogen we weten wat onze Vader ‘doet’ en vrucht voor hem dragen vanuit een relatie, met zowel hem als onze Oudste Broer, die gekenmerkt wordt door vriendschap.

Terwijl deze relatie met de Vader het ‘doel’ is van discipelschap, is Jezus nog steeds het essentiële middel om in deze relatie te komen en te ‘blijven’; want hij is de ‘overste leidsman en voleinder’ van ons geloof in de Vader (Med.#33). Jezus is het instrument van de Vader door wie we zowel gekozen als ‘aangesteld’ [Gr. etheeka] zijn – de ‘aanstelling als (volwassen) zonen’ [Gr. huiothesia] (Med.#5 en Med.#8) – om vrucht te dragen. Jezus (de wijnstok) is ook het kanaal waardoor het woord van de Vader tot ons (de ranken) komt; en het is door zijn liefde, in het afleggen van zijn leven, dat de onvoorwaardelijke liefde van de Vader ons bereikt. Alleen door in Jezus te blijven, kunnen we vrucht dragen.

Als onze ‘overste leidsman’ is Jezus ook het model voor onze relatie met de Vader. De wijnstok en de ranken zijn van dezelfde ‘soort’; want hij identificeert de ‘landman’ in de gelijkenis zowel als ‘mijn Vader’ als ‘de Vader’ tegenover zijn discipelen. Om dit te onderstrepen vertelt Jezus hen dat hij de dingen die hij hen onderwijst eerst zelf van de Vader heeft geleerd. Als een twaalf jaar oud mensenkind was Jezus druk bezig met het leren van zijn Vaders zaken en geboden, door de tijd te nemen om naar zijn Woord te luisteren, en vragen te stellen aan de Schriftgeleerden (Med.#25). Vervolgens heeft Jezus,- levend in zijn Vaders liefde als een volwassen Zoon, zelf alle geboden van de Vader volledig gehoorzaamd voordat hij ze aan zijn discipelen onderwijst. En zijn onvoorwaardelijke liefde voor zijn discipelen is het model voor hoe wij onze broers en zusters zouden moeten liefhebben (Med.#54).

Er zijn twee soorten vruchten waarvan de Vader verwacht dat we ze zullen voortbrengen: woorden en daden die voortkomen uit ons innerlijke karakter (Med.#16), en mensen die als gevolg van ons leven en ons getuigenis tot Jezus komen (Joh. 4:36-39). In het bovenstaande gedeelte heeft Jezus het over liefde en vreugde die in ons leven voortgebracht zullen worden. Paulus’ noemt dat de ‘vrucht van de Geest’, samen met: vrede, vriendelijkheid, goedheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, lankmoedigheid en trouw (Med.#30),- waarvan de laatste impliciet ook in Johannes 15 genoemd worden. Door in Jezus te ‘blijven’ worden zulke karaktertrekken ‘blijvende vruchten’ in ons leven. Als we eropuit gaan en getuigen en wonderen doen en daden van barmhartigheid, dan zullen de mensen om ons heen geraakt worden, en Jezus’ karakter in ons herkennen en de Vader verheerlijken (Med.#11). Zulke mensen kunnen ‘blijvende vrucht’ geacht worden als zij zelf ‘vruchtdragende’ discipelen van Jezus worden.

We kunnen alleen zulke vrucht voortbrengen als we ‘in Jezus blijven’. Door zulke voorwaardelijke woorden (‘als niet’ en ‘als’) te gebruiken en geboden als ‘blijft in mij’ en ‘hebt elkander lief’, benadrukt Jezus het belang van onze keuzes in relatie tot vrucht dragen. Maar wat hoor je in deze voorwaardelijke woorden? Hoor je er dit in: ‘als je niet beter je best doet, zal je afgehakt worden’? Dan groeide je waarschijnlijk op in een gezin dat gekenmerkt werd door voorwaardelijke liefde. Maar als je vertrouwt op de Vaders onvoorwaardelijke liefde in Jezus, dan hoor je hem zeggen: ‘Dit is hoe je er zeker van kunt zijn dat je blijft groeien en vrucht dragen in je relatie met de Vader, vooral in moeilijke tijden’.

De eerste keus die we voortdurend moeten maken om vrucht te kunnen blijven dragen, heeft te maken met het leren kennen van de zaak van onze Vader zoals Jezus dat deed. Dat houdt in: luisteren naar (lezen van) zijn Woord, vragen stellen aan degenen die het onderwijzen, en de Vader vragen om rechtstreeks inzicht in zijn handelen als we zijn Woord overdenken. Dit leerproces leidt tot de tweede keus, er aan gehoorzamen. Maar de Vader wil wel dat we gehoorzamen vanuit liefde en vriendschap als volwassen zonen en dochters, en niet vanuit blinde gehoorzaamheid en angst als dienaars en slaven. Zijn liefde voor ons in Christus is erg breed, lang, hoog en diep (Med.#50). Hij is genadig en vergevend ten opzichte van al onze misstappen als we op weg gaan om te leren zijn wil te doen. Het enige wat nodig is om in deze liefdevolle relatie te blijven, is dat we nooit opgeven te streven naar het gehoorzamen van zijn geboden, vooral van zijn gebod om onze broeders en zusters lief te hebben.

Ten derde moeten we kiezen om te vragen om dat wat we nodig hebben als we vrucht willen dragen. Deze uitnodiging om te vragen is echter niet bedoeld om een kinderlijk verlangen naar meer ‘dingen’ in ons leven te bevredigen. Eerder is het een belofte aan volwassen zonen en dochters die de familiezaak leren kennen. Zij mogen vragen: om te weten wat de Vader ‘doet’ en om datgene wat ze nodig hebben om hem te vertegenwoordigen en zijn werk te doen.

Ten vierde moeten we kiezen om dicht bij Jezus te blijven in tijden van ‘gesnoeid worden’. Voor een rank aan een wijnstruik betekent snoeien dat hij bijna voor de volle lengte wordt afgesneden, een noodzakelijke ingreep om ‘veel vrucht’ te kunnen dragen. Voor Jezus’ discipelen betekende gesnoeid worden: hem verliezen als een aardse metgezel (Joh. 13:33). En het betekende ook de pijn van het hulpeloos toe te moeten zien hoe hij de marteling en publieke schaamte van de kruisdood van een misdadiger onderging. Alle snoeien doet pijn. Het voelt heel erg als ‘afgesneden’ en ‘weggeworpen’ worden, zelfs als het doel ultieme vrucht is. Voor ons kan zo’n tijd van reiniging de ‘dood’ van een vruchtbare bediening of een beloftevolle visie betekenen, of het verlies van een kameraad, of de pijn van het moeten toezien hoe een partner ondragelijk lijdt. Hoewel we in eerste instantie misschien de strijd aangaan met de Vijand, en de Vader om genade en hulpmiddelen voor herstel smeken, kunnen we uiteindelijk kiezen om onze Vader en Jezus te vertrouwen (Joh. 14:1), en zulk verlies en pijn omarmen als gesnoeid worden door de Vader. Jezus zelf omarmde het kruis, opdat hij veel vrucht zou voortbrengen tot verheerlijking van de Vader (Med.#36 en Med.#23). Wij zijn die vrucht.

Tijdens het snoeien is het erg verleidelijk om te proberen vast te houden aan voorbije seizoenen, bedieningen of relaties die veel vrucht hebben gedragen. Maar als ik mijn identiteit ontleen aan het gesnoeide deel van mijn ‘rank’ dan kom ik terecht op dezelfde stapel als de afgewezen, niet vruchtdragende ranken en voel ik me gestraft en in de steek gelaten door de Vader. Om vrucht te kunnen blijven dragen moet ik de Vaders voornemen en liefdevolle karakter vertrouwen, het verleden loslaten en er voor kiezen mijn identiteit te vinden in het ‘stompje’ van mijn leven dat nog vastzit aan de wijnstok. Door de jaren heen heb ik dat een aantal keer moeten doen. Ondanks de gevoelens van kwetsbaarheid en pijn heb ik er voor gekozen om mijn Vader vragen te blijven stellen, terwijl ik doorging met te leren uit zijn Woord en zijn geboden te gehoorzamen, zoals Jezus deed. Als gevolg daarvan ben ik er steeds zekerder van geworden, net zoals Jezus aan het kruis, dat mijn Vader altijd bij mij is (Med.#41).

Ga jij door een snoeitijd? Zo ja, reflecteren jouw keuzes dan je vertrouwen in de liefde van de Vader? Blijf jij in Jezus?

HET WOORD BIDDEN

Vader, wat moet ik zeggen als mijn ziel verbijsterd is: Redt mij uit dit uur (van snoeien)? Maar daarom ben ik juist gekomen: voor dit uur! Vader, verheerlijk uw naam, opdat ik veel vrucht mag dragen!   (Joh. 12:27-28; 15:2)

Ook als ik moet gaan door een dal vol schaduw van dood, kwaad zal ik niet vrezen, want u, Vader, bent bij mij. Ik kies ervoor om in Jezus te blijven en in uw liefde, voor altijd. (Ps. 23:4; Joh. 16:32; 15:9)