(16)
De wil van de Vader en de boze kant van religie
Deze meditatie leert ons over keuzes en de diepe behoeften van onze ziel: de behoefte aan persoonlijke erkenning, aan persoonlijke bevestiging, en aan persoonlijke zekerheid in een maatschappij waarin oprechte godsvrucht duidelijk waarneembaar is. De Vader begrijpt dat wij deze diepe behoeften hebben, net zoals hij begrijpt dat we materiĆ«le behoeften hebben. En hij belooft dat hij aan deze diepere behoeften tegemoet zal komenā¦ maar op zijn manier en op zijn tijd. Als wij een persoonlijke relatie met de Vader onderhouden āin het verborgeneā, dan zullen zijn waarheid en karakter meer en meer gaan wortelen in ons hart en in ons leven. Want wat in ons hart is, is ook datgene dat overvloeit in onze religieuze woorden en religieus handelen: ofwel als vrucht die anderen tot zegen is ofwel als doornen die hen geweld aan doen en verwonden. Dus als wij onze ogen richten op onze hemelse Vader en onze relatie met hem koesteren, dan zullen we hem niet alleen beter leren kennen, maar zullen we ook door hem gekend zijn en meer op hem gaan lijken. āJohanna Duran-Greve (Duitsland)
Tekst van de meditatie
'Vader' teksten:Ā MatteĆ¼sĀ 6:1,4,6,18; 7:21
Schriftgedeelte:Ā Matt. 6:1-6,16-18; Ā Ā 7:16-19, 21-23; Ā Luc. 6:44-46
Introductievideo duur:Ā 01:20
SCHRIFTGEDEELTE
MATTEĆSĀ (6:1-6 GH)
āNeemt jullie er voor inĀ acht,ā zegt Jezus ādatĀ jullie je rechte relatie niet uitoefenen voor het oog van de mensen om door hen gezien te worden, anders hebben jullie geen loon bij jullie Vader in de hemel. Ā·Wanneer je[i]Ā dus aan de armen geeft, bazuin het dan niet voor je uit, zoals de huichelaars doen in de synagogen en op straat om door de mensen geĆ«erd te worden. Zeker is het, zeg ik jullie, zij hebben hun loon al. Ā·Maar als jijĀ aan de armen geeft, laat je linkerhand dan niet weten wat je rechterhand doet, Ā·opdat jouw geven aan de armen in het verborgene geschiedt. Dan zal je Vader die in het verborgene kijkt je er voor lonen.ā
'En wanneer jullie bidden, weest dan niet als de huichelaars, want zij houden er van staande op de hoeken van de straten en in de synagogen te bidden, om door de mensen gezien te worden. Zeker is het, zeg ik jullie, zij hebben hun loon al. Ā·Maar wanneer jij bidt, ga dan je voorraadkamer in, sluit je deur en bidt tot je Vader die in het verborgene is. En je Vader die in het verborgene kijkt, zal je er voor lonen.ā
(6:16-18 GH)
āEn wanneer jullie vasten, weest dan niet als de huichelaars, want zij maken hun gezicht ontoonbaar met een sombere blik om de mensen te tonen dat zij vasten. Zeker is het, zeg ik jullie, zij hebben hun loon al. Ā·Maar wanneer jijĀ vast, zalf dan je hoofd en was je gezicht, zodat het voor de mensen niet zichtbaar is dat je vast,- maar alleen voor je Vader die in de verborgenheid is. En je Vader die in de verborgenheid kijkt, zal je er voor lonen...āĀ
(7:16b-19 GH)
āZe lezen toch geen druiven van doornen of vijgen van distels? Ā·Zo brengt iedere gezonde boom goede vruchten voort, maar de zieke boom brengt slechte vruchten voort. Ā·Een gezonde boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, noch kan een zieke boom goede vruchten voortbrengen.Ā Ā·Elke boom die geen goede vruchten voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.ā
LUCAS (6:44a,45-46 GH)
āIedere boom wordt gekend aan de eigen vruchtenā¦ Ā·De mens die goed is brengt vanuit de goede schat van zijn hart het goede voort, maar de boosaardige brengt uit de boosaardige schat van zijn hart het boosaardige voort. En waar het hart vol van is, daaruit spreekt zijn mond. Ā·Waarom noemen jullie mij āHeer, Heerā en doen jullie niet wat ik zeg?ā
MATTEĆSĀ (7:21-23 GH)
āNiet ieder die tot mij zegt: āHeer, Heerā zal binnenkomen in het koninkrijk der hemelen,- maar alleen wie de wil doet van mijn Vader die in de hemel is. Ā·Velen zullen te dien dage tot mij zeggen: āHeer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, in uw naam demonen uitgeworpen, en in uw naam vele wonderen gedaan?ā Ā·Maar dan zal ik hen bevestigen: āIk heb jullie nooit gekend! Wijkt van mij, jullie werkers der wetteloosheid!āā
MEDITATIE
Deze teksten uit de Bergrede hebben betrekking op het vierde paar uitspraken in het Onze Vader: āMoge uw wil gedaan wordenā¦ Ontruk ons aan de boze ā. (Zie de dikgedrukte tekst in de tekstvakken)
1a. Onze Vader in de hemelā¦
2a. Moge uw naam geheiligd worden
Ā
3a. Moge uw koninkrijk komen
4a. Moge uw wil gedaan worden op de aarde
Ā Ā Ā Ā Ā Ā op gelijke wijze als in de hemel
1b. Geef ons vandaag ons nodige brood
2b. Vergeef ons onze schulden op gelijke wijze
Ā Ā Ā Ā Ā Ā als wij vergeven wie ons iets schuldig zijn
3b. Moge u ons leiden, maar niet in beproeving
4b. Ontruk ons aan de boze
.
In de laatste twee meditaties hebben we gekeken naar de keuzes die we maken met betrekking tot onze materiĆ«le behoeften (Med.#14 enĀ Med.#15). Nu kijken we naar wat Jezus zegt over de keuzes die we maken met betrekking tot onze diepere behoeften van de ziel,- aan persoonlijke erkenning (gezien worden: Matt. 6:1,5), aan persoonlijke bevestiging (geĆ«erd worden: Matt. 6:2), en aan persoonlijke zekerheid in een maatschappij waar rechte relaties met God duidelijk zichtbaar zijn (tonen: Matt. 6:16).
Mijn Vader begrijpt dat ik deze behoeften van de ziel heb en hij belooft om er aan tegemoet te komenā¦ maar op zijn manier en op zijn tijd. Zijn manier om er aan tegemoet te komen is eerst āin het verborgeneā, in een persoonlijke relatie waarin hij degene is die mij bevestigt (beloont). En op zijn tijd, als Jezus terugkomt, zal hij mij openlijk belonen voor het doen van zijn wil, zowel in het verborgene als in het openbaar. Maar op die dag zal Jezus ook openlijk zeggen wie degenen zijn die geestelijke disciplines en bovennatuurlijke krachten hebben uitgeoefend om publieke erkenning en bevestiging te verkrijgen, en die getracht hebben hun vorm van godvruchtigheid aan de maatschappij op te leggen. Want alle goede religieuze praktijken en daden van wonderbare kracht kunnen gebruikt worden voor het boze. En velen die denken dat zij Gods principes en krachten verdedigen in de maatschappij zullen uiteindelijk van God te horen krijgen dat zij āschijnheiligenā zijn en in niets verschillend van āwettelozenā, omdat hun gebrek aan relatie met hem (door hem āgekendā zijn), resulteerde in boze vruchten (doornen en distels) die anderen verwondden en geweld aan deden.
De enige manier om zoān einde te vermijden, is om een persoonlijke relatie met mijn Vader te cultiveren āin de verborgenheidā. Want wat ik doe in het verborgene zal overvloeien in mijn religieuze woorden en daden. Als ik mij richt op leren wat zijn wil is en dat ook te doen, of ik nu erkenning van anderen krijg of niet, dan groei ik naar de gelijkenis van mijn Vader en draag de goede vruchten van de Geest: liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, betrouwbaarheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. En het is āin het verborgeneā dat ik leer wachten op zijn tijd,- op zijn Geest om anderen te overtuigen van zonden en om de openlijke rehabilitatie van godsvrucht in mijn familie, op mijn werk en in mijn maatschappij te bewerkstelligen.
Merk op dat Jezus de traditionele religieuze disciplines niet verwerpt (āWanneer je geeftā¦, bidtā¦ of vastā). Maar de sleutel tot het voortbrengen van goede vruchten is om deze disciplines met de Vader āin het verborgeneā te doen. Door te luisteren naar zijn Geest en zijn Woord en in praktijk te brengen wat ik hoor en lees ā āin het verborgeneā ā zal ik ook erkenning en bevestiging van hem ontvangen āin het verborgeneā. Door die persoonlijke dialoog met mijn Vader leer ik hem niet alleen beter kennen, maar laat ik mijzelf door hem āgekendā zijn, en ga ik meer op hem lijken.
Onze Vader āziet wat in het verborgene gedaan wordtā. Sommige mensen gebruiken die waarheid alleen om ons bang te maken voor God. Maar er zit ook een positieve kant aan. Mijn Vader kent mijn hart zoals niemand anders dat kent! Als ik mijn best gedaan heb om zijn wil te doen en ik ben over het hoofd gezien, miskend of ik ondervind tegenstand, dan is het een troost te weten dat āhij mijn hart kentā. Hij is een Vader die mij kent zoals ik mijzelf niet eens ken en hij verlangt er naar mij te bevestigen, en elke kleine stap in gerechtigheid te belonen met een zacht āgoed gedaanā. Bedenk, hij is zoals Jezus, niet zoals aardse vaderfiguren die āboosaardigā waren (Med.#10Ā enĀ Med.#14). Een paar jaar geleden worstelde ik met ontmoediging vanwege gebrek aan resultaat in ons werk. Maar meer dan eens werd ik in mijn gebedstijden verrast door een innerlijke stem die zei: āJij bent mijn zoon, ik ben blij met jeā. Ik kan je niet vertellen wat dat betekende! Zelfs zijn correctie gaat gepaard met bevestiging, omdat we zijn geliefde zonen en dochters zijn. Maar angst kan verhinderen dat ik deze woorden van bevestiging hoor die hij verlangt tot mij te spreken āin het verborgeneā.
Dat onze Vader āin het verborgeneā is, heeft nog een andere implicatie voor ons religieuze gedrag. Hij treedt niet altijd in de openbaarheid om de onrechtvaardigheid in de wereld aan het licht te stellen. Noch openbaart (toont) hij altijd direct zijn rechtvaardige voornemens. Vele generaties lang heeft hij āhet mysterie van zijn wilā verborgen gehouden in zichzelf en het niet bekend gemaakt Ā (Med.#6). Als je het moeilijk vindt om de goddeloosheid om je heen te verduren en je je religieus verplicht voelt om mensen te vertellen of te tonen hoe het zou moeten, denk er dan aan hoe geduldig je Vader is. Bedenk hoe lang hij het boze verduurde voordat hij zijn gerechtigheid openbaarde, terwijl hij āin de verborgenheidā getuigde door: ādagelijks zijn zon op te laten gaan over bozenā en hen āregens en tijdstippen van vrucht dragen te gevenā (Med.#12, Hand. 14:17).
Hoewel Jezus ons de autoriteit geeft om te profeteren, demonen uit te werpen en wonderen te doen in zijn naam, zijn het niet deze daden die ons als onze Vader maken. Zijn karakter komt meestal naar voren in daden die we buiten het publieke zicht doen zoals: vrede sluiten (Med.#11), degenen die mij iets misdaan hebben vergeven (Med.#13), mijn vijanden liefhebben, vriendelijk zijn voor vreemdelingen, en goed doen aan ondankbaren (Med.#12). Maar tenzij het rechtvaardige karakter van mijn Vader groeit in mijn hart ā door mijn āverborgenā relatie met hem ā zullen mijn rechtvaardige daden niet alleen schijnheilig en loos zijn, maar zij zullen regelrecht gewelddadig zijn,- als doornen en distels. Schaapsgedrag kan de slachtoffers, die mensen met het hart van een wolf maken, niet verhullen.
HET WOORD BIDDEN
VOETNOOT
[i]Ā Na zijn toehoorders aangesproken te hebben als groep, door de tweede persoon meervoud te gebruiken, schakelt Jezus over naar de tweede persoon enkelvoud (āwanneer jij geeftā¦ā enz.). Hij doet dit om de uitoefening van de drie geestelijke disciplines (geven, bidden en vasten) te personaliseren, en ook de relatie van iedere discipel met de Vader (āje Vaderā) persoonlijk te maken.