(15)

Onze voornaamste verleidingen in het koninkrijk van de Vader

De Ene die de vogels voedt en voor hen zorgt is onze Vader. En in zijn ogen zijn wij heel waardevol, waardevoller dan de vele andere schepsels die hij geschapen heeft en voor wie hij zorgt. Onze Vader houdt ook van schoonheid want hij is de Ene die het gras op het veld kleedt met bloemenpracht. En hij wil ons graag zijn koninkrijk geven. Wij hebben een openbaring over deze waarheden nodig om te kunnen gaan staan in de kracht, positie, macht en autoriteit die gepaard gaan met het zijn van volwassen zonen en dochters in zijn gezinskoninkrijk. Maar Jezus daagt ons ook uit om het koninkrijk van de Vader en zijn rechtvaardige karakter tot prioriteit te maken in onze dagelijkse keuzes. Want geld, zorgen en andere zaken kunnen gemakkelijk tussen ons en onze hemelse Vader in komen staan, en daarmee onze relatie met hem vertroebelen en onze positie in zijn gezinskoninkrijk bedreigen. –Johanna Duran-Greve (Duitsland)

SCHRIFTGEDEELTE

LUCAS (11:29,34-36 GH[i])

Als de scharen te hoop lopen…zegt hij…: ·‘De lamp van het lichaam is je oog; wanneer je oog "goed" is, is ook heel je lichaam verlicht, maar wanneer het "boos" is[ii], is ook je lichaam duister. Zie er dan op toe dat het licht in je geen duisternis is. ·Als je hele lichaam zo verlicht is,- zonder een greintje schaduw, dan zal het in z’n geheel vol van licht zijn, zoals wanneer de lamp met zijn lichtbundel je verlicht!’

MATTEÜS (6:19-21,23b-24 GH)

‘Slaat voor jezelf geen schatten op op aarde, waar mot en roest ze aantast en waar dieven binnendringen en stelen, ·maar slaat voor jezelf schatten op in de hemel… ·want waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn... ·...Als het licht in jou duisternis is, hoe groot is dan die duisternis! ·Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal de ene haten en de andere liefhebben, of hij zal aan de ene zich hechten en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen en het geld.’

LUCAS (12:22-24a GH)

‘Daarom zeg ik jullie,’ zegt hij tot zijn discipelen, ‘weest niet bezorgd over jullie leven, wat jullie moeten eten, of over jullie lichaam, wat jullie moeten aantrekken. ·Want het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. ·Let op de raven, zij zaaien niet en maaien niet en hebben geen voorraadschuren.’

MATTEÜS (6:26 GH)

‘De vogels van de hemel brengen niet bijeen in schuren, en toch voedt jullie hemelse Vader hen. Zijn jullie niet meer waard dan zij?’

LUCAS (12:25-26 GH)

‘Kan iemand van jullie door bezorgd te zijn een el aan zijn lengte toevoegen? ·Dus als jullie zoiets kleins al niet kunnen, wat maken jullie je dan zorgen over de rest?’

MATTEÜS (6:28-34 GH)

‘En wat maken jullie je zorgen over kleding? Let op de leliën des velds, hoe ze groeien. Zij zwoegen niet en spinnen niet, ·en toch zeg ik jullie dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet zo was uitgedost als één van hen. ·Als God dan het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in een oven wordt gegooid, zo tooit, hoeveel te meer zal hij dan jullie kleden, mensen van kortstondig geloof! ·Maakt jullie dus geen zorgen, zeggend: “Wat moeten we eten?” of “Wat moeten we drinken?” of “Waarmee zullen we ons kleden?” ·Zonder twijfel zijn de volkeren gericht op het zoeken naar al die dingen, maar jullie Vader in de hemel weet dat jullie dit alles nodig hebben. ·Zoekt maar eerst zijn koninkrijk en zijn relationele rechtvaardigheid, en al deze dingen zullen jullie ook gegeven worden. ·Weest dus niet bezorgd over morgen, morgen zal zich bezorgd maken over zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan haar eigen kwaad.’

LUCAS (12:32-33a GH)

‘Vreest niet, klein kuddeke; want het behaagt jullie Vader om jullie het koninkrijk te geven. ·Verkoopt jullie bezittingen en geeft ze aan de armen. Voorzie jezelf van beursen die niet verslijten,- een onuitputtelijke schat in de hemel.’

MEDITATIE

Deze teksten uit de Bergrede zijn gerelateerd aan het derde paar uitspraken in het Onze Vader (Zie de dikgedrukte tekst in de tekstvakken). Wat kunnen we uit deze teksten leren over onze Vader?

1a. Onze Vader in de hemel…

2a. Moge uw naam geheiligd worden

 

3a. Moge uw koninkrijk komen

4a. Moge uw wil gedaan worden op de aarde

            op gelijke wijze als in de hemel

1b. Geef ons vandaag ons nodige brood

2b. Vergeef ons onze schulden op gelijke wijze

           als wij vergeven wie ons iets schuldig zijn

3b. Moge u ons leiden, maar niet in beproeving

4b. Ontruk ons aan de boze

.

Allereerst dat de Ene die alle levende wezens voedt en voor hen zorgt, onze Vader is. Ten tweede dat wij onze Vader veel waard zijn. Zodoende kent hij onze materiële kwetsbaarheden en behoeften en geeft hij daar om. Ten derde dat hij van schoonheid houdt. Hoewel we blij kunnen zijn met zijn voorziening in het meest elementaire van kleding en huisvesting, hoeven we ons als zijn kinderen niet te beperken tot eentonige kleding en stijlloze interieurs. En ten vierde dat onze Vader het koninkrijk niet alleen maar aan Jezus geeft, maar dat het hem‘ behaagt’ om het aan ons te geven.

Ook laat Jezus zien, door dit ‘koninkrijk’ te identificeren met ‘onze Vader’, dat hij spreekt over een ‘gezinskoninkrijk’, waarin wij zonen en dochters van het koninkrijk zijn en niet slechts onderdanen. Nu hebben we geen probleem met het idee dat ons dagelijks brood van onze hemelse Vader komt, omdat we gewend zijn aan het beeld van een vader die voorziet in materiële zaken voor zijn minderjarige kinderen. En we kunnen ons een koninkrijk voorstellen waarin een grote en machtige Koning heerst over onderdanen, en die – als hij goed is – tussenbeide komt om hen te ontrukken aan de boze. Maar een Vader Koning die zijn autoriteit deelt met ons als zijn volwassen zonen en dochters? Voor veel mensen is dat een vreemd en zelfs aanstootgevend idee binnen hun religieuze wereldbeeld als het op deze manier betrokken wordt op God. En dus spreken de meeste theologen alleen van ‘het koninkrijk van God’ of ‘het koninkrijk van Christus’ en niet over ‘het koninkrijk van onze Vader’. En zij zien over het hoofd dat er in de Bergrede beduidend meer verwijzingen naar de Vader staan dan naar het koninkrijk.

Jezus’ kijk op het gezinskoninkrijk biedt ons een heel nieuw perspectief op de keuzes waar we dagelijks mee te maken hebben: wat we als schat beschouwen, waar ons oog op gericht is, en in welke dag we leven. In Christus heeft de Vader ons een erfenis gegeven die onvergankelijk, onbederfelijk en onverwelkelijk is. Een deel van deze erfenis wordt voor ons bewaard in de hemel (Med.#45) en een deel is al in ons bezit. Zijn Geest in ons hart is de ‘eerstelingsgave’ daarvan (Med.#5 en Med.#8). In Christus hebben we, door de Geest, een intieme relatie met onze Vader, die ieder van ons liefheeft, ieder van ons van grote waarde vindt en iedere dag voor ieder van ons beschikbaar is.

Maar omdat we in deze wereld leven, wordt ons lichaam dagelijks blootgesteld aan honger, schaamte, letsel, en zelfs de dood. De kernvraag is: waar zijn de ogen van ons hart op gericht? Want als volwassen zonen en dochters moeten we verantwoordelijkheid nemen voor onze eigen keuzes. We kunnen de Vader en onze eeuwige erfenis als schat beschouwen, gericht zijn op het imiteren van zijn karakter, en vandaag met hem wandelen (Med.#52), of we kunnen gericht zijn op onze lichamelijke behoeften en schatten verzamelen die hopelijk voldoen om ons te beschermen tegen alle toekomstige blootstelling aan honger, schaamte en andere soorten lijden. De uitdaging is niet om geestelijker te worden en onze lichamelijke behoeften te negeren. En er wordt ons ook niet gevraagd om te handelen als zouden we geen verantwoordelijkheid hebben om er in te voorzien. Maar de Vader verwacht van ons dat wij als zijn volwassen zonen en dochters meer prioriteit geven aan zijn koninkrijk en ‘zijn relationele rechtvaardigheid’ dan aan onze aardse behoeften en verlangens.

De kwaliteit van ons leven en van onze voortdurende relatie met de Vader kan beïnvloed worden door onze prioriteiten. Het leven draait om meer dan lijfelijke overleving, aangezien ons lichaam nu een tempel van de Heilige Geest is (1 Kor. 6:19). En zijn aanwezigheid is van invloed op onze ogen en ons hart als de openbaring van de liefde van de Vader ons hart overspoelt met licht. Maar als we er gaandeweg voor kiezen gericht te zijn op de behoeften van ons lichaam en op het verzamelen en consumeren van aardse schatten, dan zullen delen van ons hart opnieuw verduisterd worden. Geleidelijk aan zal vertrouwen plaats maken voor bezorgdheid totdat we ‘Geld’ dienen in plaats van God. En tenzij we ons bekeren zal deze nieuwe duisternis des te groter zijn omdat ons hart de emotionele herinnering aan het licht dat er eens was zal vasthouden.

Mensen die opgroeien in een godvrezende omgeving zijn net zo vatbaar voor dit proces als zij die zo’n vroege voorsprong niet gekend hebben. Het lijkt er op dat veel van Jezus’ mede-Joden meenden dat omdat zij tot de ‘goeden’ behoorden het alleen hun buren uit andere etnische en religieuze groeperingen waren, die ‘gericht waren’ op aardse rijkdom en maatschappelijke status. Nee, zegt Jezus, dat geldt ook voor ons vandaag. Christenen kunnen net zo makkelijk verleid worden om gericht te zijn op aardse dingen,- overleven, rijkdom en maatschappelijke status, als niet-religieuze mensen! Om te vermijden dat we in beproeving gebracht worden, moeten we er voor kiezen om in plaats daarvan geleid te worden door onze Vader. Een leefstijl van bezorgdheid, of van het dienen van Geld, overkomt ons niet zomaar. Het is een keus. En bezorgdheid en het dienen van Geld zijn twee van de grootste obstakels voor leven (en geestelijke groei) in het koninkrijk van de Vader. Waar onze schat is, daar zal ook ons hart zijn. Meer dan eens in mijn eigen leven heeft Jezus mij uitgedaagd om een flinke hoeveelheid geld en ‘spullen’ weg te geven om mijn hart in het spoor te houden met de prioriteiten van het koninkrijk van mijn Vader.

Denk jij er vandaag aan hoe belangrijk je bent in de ogen van de Vader? Koester jij vandaag jouw erfdeel in het koninkrijk van de Vader, en jouw relatie met hem, boven al je materiële behoeften en kwetsbaarheden? En maak jij jouw Vaders rechtvaardig karakter de prioriteit in jouw dagelijkse activiteiten en gedachten?

HET WOORD BIDDEN

Onze Vader in de hemel, moge uw naam geheiligd worden; Moge uw koninkrijk komen… 

Moge u ons leiden… maar niet in beproeving of verleiding. (Matt. 6:9,10a,13a)

VOETNOTEN

[i] Deze teksten volgen niet alleen de vertaling in The Good News of the Messiah: by the Four Witnesses, maar ook de volgorde waarin zij voorkomen in die ‘harmonie’, die grotendeels de volgorde in het verslag van Lucas volgt.

[ii] Jezus gebruikt waarschijnlijk een Joodse zegswijze die een ‘goed oog’, d.w.z. een ‘vrijgevige’ of onzelfzuchtige houding (Spr. 22:9) afzet tegen een ‘boos oog’, d.w.z. een ‘afgunstige’ of hebberige houding (Spr. 28:22).