(12)
Een nieuwe en volwassen benadering van gerechtigheid
Als Jezus zegt: âwees genadig zoals jullie hemelse Vader genadig isâ dan zien veel Christenen niet dat de Vader met ons om wil gaan op een persoonlijk verwantschapsniveau. Sommigen richten zich op Gods geboden zodat ze een zwart-wit standaard hebben waaraan ze hun eigen gerechtigheid kunnen afmeten. Maar zulke mensen, zegt Jezus, zullen het koninkrijk der hemelen nooit binnengaan. Anderen zijn blij om af te kunnen van alle geboden en verboden van de Wet. Maar, zegt hij, dezen zullen klein geacht worden in het koninkrijk der hemelen. Veeleer dan het voorhouden van een nieuwe en onmogelijke standaard van gerechtigheid, houdt Jezus ons een nieuwe relatie met God als onze Vader voor. Als volwassen zonen en dochters in Jezus zijn we geroepen om zijn karakter na te volgen. Dit weekend zag ik een vader wandelen met zijn zoon. Zij droegen dezelfde kleren en hadden dezelfde manier van lopen. Zo wil onze Vader dat ook wij met hem wandelen, zoals Jezus deed,- âbekleedâ met ârechtvaardige dadenâ die zijn karakter weerspiegelen. â Mirela Andras (RoemeniĂ«)
Tekst van de meditatie
'Vader' teksten: MatteĂŒs 5:45,48;  Lucas 6:36
Schriftgedeelte:Â Mat. 5:17-22,27-28; 43-48;Â Luc. 6:35-36
Introductievideo duur:Â 01:29
SCHRIFTGEDEELTE
MATTEĂS (5:17-22a GH)
âMeent niet dat ik ben gekomen om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om af te schaffen maar om te vervullen. ·Want⊠totdat ooit de hemel en de aarde verdwijnen, zal er niet Ă©Ă©n lettertje of Ă©Ă©n haaltje uit de Wet verdwijnen, totdat alles zal zijn vervuld. ·Wie dus Ă©Ă©n van deze kleinste geboden ontbindt en zo de mensen onderricht, zal de kleinste worden genoemd in het koninkrijk der hemelen. Maar wie ze zal doen en onderrichten, die zal groot worden genoemd in het koninkrijk der hemelen.â
âTenzij jullie relationele rechtvaardigheid [Gr. dikaiosunee][i] die van de Schriftgeleerden en FarizeeĂ«rs ver te boven gaat, zullen jullie echt niet binnenkomen in het koninkrijk der hemelen. ·Jullie hebben gehoord dat is gesprokenâŠ: âU zult niet moordenâ en ook: âWie moordt zal onderhevig zijn aan het oordeelâ. ·Maar ik zeg jullie dat ieder die uit boosheid handelt tegen zijn broeder onderhevig zal zijn aan het oordeel.â
(5:27-28 GH)
âJullie hebben gehoord dat is gesproken: âU zult geen overspel plegenâ. ·Maar ik zeg jullie dat ieder die een vrouw bekijkt en haar begeert al overspel met haar gepleegd heeft in zijn hart.â
(5:43-45 GH)
âJullie hebben gehoord dat is gesproken: âLiefhebben zult u uw naasteâ en âAfwijzen zult u uw vijandâ. ·Maar ik zeg jullie: Hebt jullie vijanden lief en bidt voor wie jullie vervolgen. ·Zo zullen jullie zonen [Gr. huioi] worden van jullie Vader in de hemelen. Want zijn zon gaat op over bozen en goeden, en het regent op rechtvaardigen en onrechtvaardigen.â
LUCAS (6:35c-36 GH)
âDan zal jullie loon groot zijn en zullen jullie wezen: zonen [Gr. huioi] van de Allerhoogste, want hij is genadig jegens de ondankbaren en de bozen. ·Weest daarom barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is.â
MATTEĂS (5:46-48 GH)
âWant als jullie liefhebben wie jullie liefhebben, welk loon krijgen jullie dan? Doen zelfs ook de tollenaren niet hetzelfde? ·En als jullie alleen jullie broers en zussen hartelijk groeten en bezoeken, doen jullie dan iets uitzonderlijks? Doen ook zij die gelijkvormig aan de volken zijn geworden [Gr. ethnikoi] niet hetzelfde? ·Weest daarom dus volwassen zoals jullie hemelse Vader volwassen is.â
MEDITATIE
Het beloofde koninkrijk dat wij door Christus binnengaan moet een koninkrijk zijn dat gemodelleerd is naar het rechtvaardige karakter van onze Vader (Med.#15). Als dochters en âzonen van het koninkrijkâ (Med.#17) worden wij verondersteld om met hem in ârelationele rechtvaardigheidâ te regeren, met onze Vader en met elkaar; en daarvoor hebben we een nieuwe en âvolwassenâ benadering van gerechtigheid nodig. In de bovenstaande tekst suggereert Jezus dat er ook twee onvolwassen manieren zijn om een rechte relatie met God te benaderen in antwoord op het Goede Nieuws.
De FarizeeĂ«rs en Schriftgeleerden hadden 248 geboden gevonden in de Bijbel en 365 verboden in de Geschriften en zij hadden die âversterkt met 1.521 verbeteringenâ.[ii] Veel kerkmensen benaderen gerechtigheid ook als een systeem van rituelen, disciplines en regels waarin zij onderricht worden door hun leiders. In hun pogen God te behagen of te voorkomen dat zij hem mishagen, raken zulke mensen meestal eenzijdig gericht op zonde,- op zondevermijding, zondebeheersing, of op zân minst het bepalen van wat wel of niet zondig is. Maar deze benadering verhindert echter een rechte relatie met God omdat het ons gericht houdt op onszelf en ons eigen gedrag; en dat meestal in vergelijking met anderen!
Deze benadering leidt ons er ook toe om vooral te kijken naar de voor de hand liggende zonden die we NIET doen,- zoals moorden of overspel plegen. Maar dan negeren we de onzichtbare zondige stappen die we misschien in ons hart zetten ârichtingâ het zichtbaar begaan van deze zonden,- zoals boze woorden en begerige gedachten. En net zoals de FarizeeĂ«rs en de Schriftgeleerden blijven we dan steeds meer regeltjes toevoegen om te kwalificeren wat zondig is, en gebruiken die om de schijn van gerechtigheid op te houden. Ik ben dan misschien wel van haar gescheiden, maar ik heb het tenminste wel op een wettige manier gedaan. Ik ben dan misschien wel niet zo liefdevol geweest, maar zij is een âkwalijk persoonâ en niet echt mijn ânaasteâ. Het houden van een systeem van âzondebeheersingâ leidt gewoonlijk alleen maar tot zelfrechtvaardiging en religieuze trots.
Maar het kan ook leiden tot een zich voortdurend onwaardig voelen. Mensen die moe worden van het proberen âde schijn op te houdenâ nemen vaak genoegen met een âtweederangsâ positie in de kerk. Of zij verlaten de kerk, moe van het zich moeten onderwerpen aan het religieuze geweld van leiders die hen beladen met schaamte, of die proberen hen zodanig angst aan te jagen dat ze niet meer durven zondigen. Anderen concluderen dat Gods standaard gewoonweg te hoog is voor gewone mensen en dat alleen Jezus daaraan kan voldoen. En zij vertrekken naar kerken waar de Bergrede niet meer is dan een indrukwekkende staat van morele principes die de geboden in de Wet hebben vervangen.
Jezusâ boodschap aan al deze mensen is dit: âmet een zondegerichte benadering van gerechtigheid zul je het koninkrijk nooit binnengaanâ. Waarom?,- omdat je nog steeds denkt als een minderjarig kind. Het Evangelie gaat niet alleen over vergeving van zonden, maar ook over meerderjarig worden in Christus,- als volwassen zonen en dochters van de Vader (Med.#4 en Med.#8).
OkĂ©. Maar als het dan gaat over volwassen worden, laten we dan de Wet gewoon afschaffen. In Christus zijn we eindelijk vrij! Ho, stop even, zegt Jezus, niet zo snel. Ja. Maar als je gericht raakt op jouw vrijheid en anderen onderwijst om de geboden die je niet aanstaan buiten beschouwing te laten, dan handel je als een onvolwassen tiener. Maar binnen het koninkrijk zal je het dan niet ver schoppen. Volwassen meerderjarigen echter onderkennen dat hun eigen hart het probleem is, en niet de Wet! Wat zowel de âsysteem-mensenâ als de âweg-met-de-regels-mensenâ vergeten, is dat zelfs in het Oude Testament Gods geboden geworteld zijn in de gesteldheid van het hart. Het enige probleem met de Wet is dat zij op zich âzwakâ is, zelfs hoewel zij âgoedâ is. (Rom. 8:3; 7:12-23).
Jezus echter presenteert een derde manier om gerechtigheid na te streven,- een nieuwe âvolwassenâ manier van wandelen in een rechte relatie [Gr. dikaiosunee][i]Â met de Vader, waarin we blijven groeien tot volledige âvolwassenheidâ. Proberen de Wet te houden maakt niemand âvolwassenâ [Gr. e-teleiosen] (Heb. 7:19). Maar als we ons richten op het kennen van de Vader door Jezus, dan kunnen we zijn volwassen âzonenâ âwordenâ,- gesterkt door de Geest om âvolwassenâ te zijn zoals hij âvolwassenâ is. En als we ons er op gaan richten om op onze Pa te gaan lijken, dan houden we op om te letten op hoeveel beter wij zijn in zondebeheersing dan onze âzondige naastenâ,- zoals belastingheffende collaborateurs met de vijand, of de Hellenen âdie gelijkvormig aan de volken zijn gewordenâ [Gr. ethnikoi], die in het religieuze systeem van Jezus' dagen niet langer gezien werden als âbroeder en zusterâ Joden.
Als we ons tot Jezus richten en de Geest ontvangen, dan is er vreugde in de hemel en worden we âmeerderjarigâ in een nieuwe relatie met God als onze Papa (Med.#4, Med.#20). En zijn woorden tot ons laten zien dat hij blij met ons is: âJij bent mijn zoon, (mijn dochter), in jou heb ik behagenâ (Med.#26; Med.#32). Als we eindelijk die waarheid gaan bevatten, dan stoppen we met ons er zorgen over te maken of we hem misschien mishagen, en beginnen we na te denken over hoe we hem kunnen behagen, en hoe we in de kracht van zijn Heilige Geest meer volwassen kunnen worden zoals hij is.
Zijn Geest zal je ook helpen om in alles het karakter van onze Vader te zien. In de manier waarop elke morgen de zon opkomt, en in de manier waarop de regen de aarde blijft voeden, zul je zijn barmhartigheid zien ten opzichte van zowel slechte als goede mensen. En je zult zijn karakter zien in Jezus,- in de manier waarop hij zijn vijanden vergeeft, en bidt voor zijn beulen. Je zult ook zien hoe snel hij is om je te vergeven als je een leefstijl naleeft van het direct belijden van je eigen tekortkomingen. Als âvolwassenenâ [Gr. teleioi] â volwassen zonen en dochters â in Christus erkennen ook wij dat wij nog niet âvolledig volwassenâ [Gr. te-teleiomai] zijn (Med.#56). Maar ons vertrouwen in de liefde van onze Vader motiveert ons om de hulp te zoeken van de Heilige Geest om elk obstakel uit de weg te ruimen dat ons verhindert om âvolwassenâ te worden zoals onze Pa. Want wij weten dat door te wandelen zoals Jezus wandelde ook wij âveranderd zullen worden naar zijn gelijkenis met steeds toenemende heerlijkheidâ (Med.#32). Dat is de âvolwassenâ benadering van de relationele rechtvaardigheid die Jezus onderwees.
HET WOORD BIDDEN
 Vader in de hemel, moge uw naam geheiligd worden in mijn leven, dat ik volwassen mag worden zoals u volwassen bent,- als ik met u wandel in dit leven, zoals ook Jezus dat deed.  (Matt. 6:9; 5:48; 1 Joh. 2:6)
VOETNOTEN
[i] Zie voetnoot, Med.#11.
[ii]Â Philip Yancey, Jezus zoals ik hem niet kende, Jongbloed, 1997, Hoofdstuk 7.