(11)

Bevestiging van de Vader en goede werken die hem verheerlijken

Ons zijn van zout en licht komen voort uit onze relatie met onze Vader in de hemel, omdat hij de Ene is die de eer moet ontvangen voor onze goede werken in deze wereld. Gekend en geliefd worden is een basale menselijke behoefte. We verlangen allemaal naar iemand die ons ziet zoals we echt zijn en die ons liefheeft dwars door onze ups en downs heen. We zoeken eerst naar dit gevoel van goedkeuring binnen ons gezin en bij onze vader. Jezus laat ons zien dat we al onvoorwaardelijk geliefd en geaccepteerd zijn door onze echte Vader. Er staat hier niet geschreven: “doe goede werken en dan zal ik jullie Vader zijn”, maar zij komen voort uit onze relatie met hem. Als we vanuit deze waarheid leven, dan kunnen we een stralend ‘licht’ worden voor deze wereld. Hoe meer verzekerd we zijn van de liefde van onze Vader, des te vrijer zijn we om extravagant te zijn in onze ‘goede werken’, en zo het zoutste zout te zijn dat de wereld ooit geproefd heeft.  – Liza Ryan (Canada/VS)

SCHRIFTGEDEELTE

LUCAS (6:12-13,17-18a GH)

Jezus
 brengt de hele nacht door in gebed tot God. ·Wanneer het dag wordt roept hij zijn discipelen. Hij kiest er uit hen twaalf uit die hij ook de naam apostelen geeft.  ·Dan komt een grote schare van discipelen van hem, en een grote menigte van de gemeenschap uit heel Judea, uit Jeruzalem en van de zeekant van Tyrus en Sidon ·om hem te horen.

MATTEÜS (5:2-10 GH)

En zijn mond openend onderricht hij hen, zeggend:

LUCAS (6:22-26 GH)

‘Hoe gezegend zijn jullie als de mensen jullie afwijzen, als ze jullie bannen, smaden en jullie naam als iets kwalijks uitwerpen omwille van de Mensenzoon! ·Danst en verheugt je te dien dage! Zie, overvloedig is jullie loon in de hemel!- want hun vaderen hebben de profeten immers hetzelfde behandeld. ·Maar


·Wee jullie wanneer alle mensen wel van jullie spreken!- want hun vaderen hebben de valse profeten immers hetzelfde behandeld!’

MATTEÜS (5:13-16 GH)

‘Jullie zijn het zout der aarde. Maar als het zout flauw wordt, 
deugt het nergens meer voor
 ·Jullie zijn het licht der wereld. Een stad die bovenop een berg ligt kan niet verborgen blijven. ·Ook steekt men geen lamp aan en zet die dan onder een korenmaat; nee, op de standaard, dan straalt hij voor allen in het huis. ·Zo moet jullie licht stralen voor het aanschijn van de mensen. Zo zullen zij jullie goede werken zien en jullie Vader verheerlijken die in de hemelen is.’

MEDITATIE

Wat is het zoutende en het licht in ons, Jezus’ discipelen, dat kan verflauwen of verborgen worden onder een korenmaat? Ons zout en ons licht – de uitwerking die wij op de mensen op deze wereld zouden moeten hebben – komt van onze relatie met onze Vader in de hemel, omdat hij de Ene is die geprezen moet worden vanwege onze goede werken in deze wereld. Slechts Ă©Ă©n keer in MatteĂŒs 5-7 spreekt Jezus over God als ‘mijn Vader’ (Matt. 7:21, Med.#16). De andere zestien keer spreekt hij over onze relatie met de Vader!

Volgens Lucas gaf Jezus dit eerste deel van zijn onderwijzing aan ‘een grote schare van discipelen van hem’ (Luc. 6:17) en niet slechts aan de twaalf die hij uitkoos als apostelen. En velen in de menigte waren misschien niet eens Joods. Maar de meesten waren IsraĂ«lieten die in hun geschriften al een glimp op hadden mogen vangen van God als Vader (Med.#A-E). Zij keken ook uit naar ‘het koninkrijk van God’ dat ‘genaderd was’; en velen hadden waarschijnlijk in eerste instantie gereageerd op Johannes’ oproep om zich te bekeren en te laten dopen tot vergeving der zonden. Het was tot zulke mannen en vrouwen dat Jezus zei: ‘God is jullie Vader’.   

Door bekering, geloof en hoop in Jezus was bij al deze discipelen het zaad van het karakter van de Vader geplant (nederigheid, zachtmoedigheid, toegewijd aan de rechte relatie, reinheid van hart, barmhartigheid, enz.). Dit zaad moest echter nog steeds tot volle wasdom komen door het activeren van deze karaktereigenschappen in hun leven. Maar Jezus hanteert geen ‘afwachten wat het wordt’ beleid. Hij bevestigt zijn discipelen. Hij zegent het zaad in hen en daagt hen uit.

Net als deze discipelen begrijpen we niet onmiddellijk alles wat hij ons leert. Maar in Jezus’ woorden tot hen kunnen ook wij de stem van onze hemelse Vader horen  (Med.#10). Hij spreekt vandaag tot jou: “Hoewel de wereld je bant en smaadt, en zelfs uitwerpt, omdat je arm (van geest), zachtmoedig en soms hongerig bent, ik bevestig je. Ik ben blij met je en ik zegen je. Hoewel de mensen misschien in verlegenheid gebracht worden als jij treurt over de consequentie van de zonde in de wereld, ik noem je gezegend. Hoewel de wereld je haat als je je profetisch uitspreekt voor recht en gerechtigheid, ik ben blij met je. Waarom? Omdat ik in jou het zaad zie van het karakter van de Vader.”

Als menselijke vaders hun zonen en dochters al bevestigen dan zijn zij geneigd hun goedkeuring te baseren op wereldse maatstaven voor succes zoals: veel geld hebben, goed gevoed, beroemd en altijd joviaal (‘Altijd blijven lachen!’) zijn. Of hun bevestiging is niet meer dan een ‘gemaakt’ complimentje om hun kinderen op te beuren in moeilijke omstandigheden. Was dat jouw ervaring met jouw aardse vader? Heeft hij je ooit bevestigd voor het zaad van de goede karaktereigenschappen die hij in je zag? Of was zijn bevestiging (of kritiek) gebaseerd op hoe succesvol je was en hoe graag mensen je mochten? Of leek zijn bevestiging ‘gemaakt’ en niet oprecht gemeend?

De bevestiging door onze echte Vader, uitgesproken door Jezus, is oprecht. Maar zij omvat een uitdaging en een waarschuwing. De Vader verlangt dat het zaad van zijn karakter in ons op zal groeien en zich als goede daden zal manifesteren naar anderen. Het is niet voldoende om gewoon goede motieven te hebben of te zeggen: ‘Ik heb nooit iemand kwaad gedaan’. De vraag is: ‘Heb ik ooit iemand goed gedaan?’ De bevestiging door je Vader is niet gebaseerd op wat je doet, maar hij verwacht wel dat zijn bevestiging gevolgd wordt door goede daden. En een natuurlijk gevolg van het handelen vanuit zijn bevestiging is dat veel mensen een openbaring zullen krijgen van de Vader.

Maar de uitdaging bevat ook een waarschuwing. Als het zaad van zijn karakter in ons leven geen goede daden voortbrengt, zullen we zijn als een afgedekte lamp of smakeloos zout dat waardeloos is. In plaats van dat de mensen de Vader in ons zien, zullen ze weglopen uit onze kerken en ons vertrappen. Ze zullen zien dat de lamp van ons oog vol is van dezelfde wereldse verlangens als die zij hebben, die het licht in ons tenietdoen en tot duisternis maken (zie Med.#15).

Ben jij in staat de bevestiging door je hemelse Vader te verstaan en te ontvangen? Heeft zijn bevestiging het beoogde dubbele effect in jouw leven: de groei van het zaad van zijn karakter in jou, en een overvloed aan goede daden tegenover anderen?

HET WOORD BIDDEN

O Heer, u bent mijn Vader, hoewel mijn eigen vader mij niet kende, noch mensen van mijn eigen volk mij erkenden. (Jes. 63:16a)

O Heer, u bent mijn Vader omdat u mij kent en vertrouwd bent met al mijn wegen, en omdat u, Jezus, onze Bloedverwant-Losser sinds eeuwig bent. (Ps. 139:1,3; Jes. 63:16b)

Vader, versterk mij met kracht in mijn inwendige mens door uw Geest, opdat door uw kracht die in mij werkt, u bij machte zult zijn door mij heen oneindig veel meer te doen dan ik kan bidden of denken. (Ef. 3:16-17,20)

Vader, ik wil dat uw naam verheerlijkt en geheiligd zal worden vanwege mijn handelen.(Joh. 12:28; Matt. 6:9)

VOETNOOT

[i] Het Griekse woord dikaio-sunee betekent ‘rechtschapen-met (God)’ en duidt op een ‘rechte (juiste) relatie’ met hem, en niet slechts op een rechtvaardige status bij hem (Barclay, The letter to the Romans, blz. 5 ['The Layout of the Letter'], 23 ['Good News of which to be Proud']). Op de scripture4all website voor MatteĂŒs 5 (zie verzen 6 en 10) wordt het woord dikaio-sunee letterlijk weergegeven als ‘RECHTVAARDIG+SAMEN-heid’.Â