(4)

De tijd van het erfdeel (meerderjarig worden) is aangebroken

In Christus heeft er een Tijdswisseling plaatsgevonden in de menselijke geschiedenis. En deze Tijdswisseling gaat de confrontatie aan met traditionele etnocentrische en patriarchale perspectieven. Paulus probeert alle gelovigen in de kerken in Galatië te helpen om hun erfdeel en de intieme relatie met de Vader die Jezus kwam brengen op te eisen,- ongeacht hun sekse, etniciteit of maatschappelijke klasse. Wat houdt deze Tijdswisseling in? Paulus vergelijkt het met het moment in het leven van een zoon waarop hij ophoudt een kind te zijn en meerderjarig wordt, wanneer hij een volwassen erfgenaam wordt. Jij bent geen alleen maar geadopteerd kind in Gods gezin, noch een minderjarig, rechteloos kind, noch een dienstknecht. Door het geloof in Jezus en door het ontvangen van de Heilige Geest worden we allemaal volwassen zonen en dochters van onze echte Vader! De Tijd is gekomen! Geloof het Goede Nieuws! - Johanna Duran-Greve (Duitsland)

Om je een idee te geven welke nieuwe dingen je zult ontdekken als lid geven de volgende symbolen aan waar de diepgaande versies van de eerste vijf meditaties: {B} een uitgebreide Schriftgedeelte; {√} extra informatie; {t} extra  Bijbeltekst verwijzingen; {”} een extra Grieks of Hebreeuws woord; {ƒ} een of meer extra voetnoten; {m} een of meer extra links naar andere meditaties bevatten. Voor meer informatie over het lidmaatschap, klik hier. 

SCHRIFTGEDEELTE

Jullie zijn allen zonen{”} van God door het geloof in Christus Jezus. ·Want allen die in Christus zijn gedoopt hebben zich bekleed met Christus. ·Daarin is geen Jood en geen Griek, geen dienstknecht en geen vrije, geen mannelijk en vrouwelijk; jullie zijn immers allen één in Christus Jezus! ·Maar als jullie van Christus zijn, dan zijn jullie zaad van Abraham en overeenkomstig de belofte erfgenamen. ·Welnu: zolang de erfgenaam een minderjarig kind{”} is, verschilt hij in niets van een dienstknecht. Hoewel hij heer over alles is, ·staat hij onder voogden en beheerders tot de tevoren-vastgestelde-aanstelling [Gr. prothesmias] door de vader. (Galaten 3:26-4:2 PH)

Zo waren ook wij toen we minderjarigen{”} waren, geknecht onder de elementaire machten{”} van de wereld. ·Maar toen de volheid van de tijd{”} kwam, heeft God zijn Zoon gezonden - geboren uit een vrouw, geboren onder de Wet - ·om de mensen onder de Wet los te kopen, opdat wij de aanstelling als zonen [Gr. huiothesia] zouden mogen ontvangen  ·De Wet is ons een opvoeder{”}{ƒ} tot Christus geweest, opdat wij gerechtvaardigd zouden mogen zijn uit geloof; ·maar nu het geloof gekomen is, staan wij niet langer meer onder een opvoeder.{”}(Gal. 4:3-5; 3:24-25 PH)

Omdat jullie zonen{”} zijn, heeft God de Geest van zijn Zoon{”} uitgezonden in ons hart, en die schreeuwt uit: 'Abba! Vader!’ ·Daarom ben je geen dienstknecht meer, maar zoon [Gr. huios]; en 
 erfgenaam! ·Echter, toen jullie God niet kenden, hebben jullie goden gediend die het van nature niet zijn. ·Maar nu, nu jullie God hebben leren kennen, 
 hoe kunnen jullie nu weer omkeren naar die zwakke en armzalige elementaire machten{”} alsof jullie je weer van bovenaf geknecht willen worden? ·Bijzondere (Joodse) dagen onderhouden jullie nu, en maanden, tijdsgewrichten en jaargetijden! ·Ik vrees dat mijn zwoegen om jullie wellicht tevergeefs is geweest. (Gal. 4:6-11 PH)

MEDITATIE

Onze relatie met de Vader is een intieme relatie omdat we hem ‘Papa’ of ‘Pa’ mogen noemen. Deze intieme Nederlandse woorden liggen besloten in de manier waarop Paulus zich voorstelt dat de Heilige Geest door hem spreekt, en zijn moedertaal (Aramees) gebruikt om God aan te spreken als ‘Abba’. Maar Paulus beschrijft noch hier noch in de parallelle passage in zijn brief aan de Romeinen (8:15, Med.#5) niet in de eerste plaats de intimiteit van een kind met zijn of haar Vader. Evenals Jezus, die deze uitdrukking ook gebruikte (Marc. 14:36), is Paulus tot erkentenis gekomen dat door Christus wij onze hemelse Vader nu kunnen benaderen als volwassen erfgenamen. Want zoals we zullen ontdekken in deze meditatie is de ‘aanstelling als zonen’ [Gr. huiothesia],{t} die we ontvangen door de Geest, een soort overgangsritueel waardoor we volwassen zonen en dochters van God worden.

In zijn brief aan deze gelovigen richt Paulus zich tot mensen die volgens de Galaten geen ‘gelijkwaardige’ status hadden: mannen en vrouwen, vrijen en slaven, Joden en Grieken. Vrijen en mannen werden in het algemeen behandeld als ‘hoger’ dan slaven en vrouwen. Binnen de synagogen werden Joden en mannen behandeld als ‘hoger’ dan niet-Joden en vrouwen. Volgens Paulus past zulk hiĂ«rarchisch denken niet langer binnen de kerk omdat er een Tijdswisseling had plaatsgevonden die de traditionele etnocentrische en patriarchale maatschappelijke zienswijzen aanvecht.

Paulus schreef aan een multiculturele gemeente in de Romeinse provincie GalatiĂ«{√}{t}{ƒ} en gebruikt vaak het woord ‘wij’ tegenover ‘jullie’. De context laat zien dat hij afwisselend zijn mede-Joden in de gemeente ('wij'), en gelovigen uit andere etnische groepen ('jullie') aanspreekt,- Grieken, LycaoniĂ«rs, Kelten,{ƒ} en ongetwijfeld ook enkele Romeinen. Hij doet dit om duidelijk te maken dat de Tijdswisseling waar hij het over heeft een nieuwe ontwikkeling is voor zowel Joden als niet-Joden.

Paulus vergeleek deze Tijdswisseling met een belangrijk moment in het leven van een zoon,- zijn ‘tevoren-vastgestelde-aanstelling’ [Gr. prothesmias] als volwassen erfgenaam. Wanneer een bepaalde hoeveelheid ‘chronologische tijd’ verlopen is, ontvangt hij de ‘aanstelling als zonen’ [Gr. huiothesia] als volwassen erfgenaam, en wordt niet langer als minderjarig kind [Gr. neepios]{ƒ} beschouwd. Tot het moment daar is, ‘verschilt hij in niets van een dienstknecht’ omdat hij ‘onder voogden en beheerders staat’. Paulus gebruikt daarom het Griekse woord neepios om het eerste ‘levensstadium’ van een ‘voorbeschikte erfgenaam’ te beschrijven; en hij gebruikt het Griekse woord huios (‘zoon’) om het tweede ‘levensstadium’ van een volwassen erfgenaam te beschrijven. Paulus beschrijft dus het moment van ‘meerderjarig worden’ binnen het gezin.{√}

Ik geef extra aandacht aan die Griekse woorden om te laten zien dat veel vertalers de context niet in ogenschouw genomen hebben en het woord huiothesia zodanig vertaald hebben dat het lijkt alsof Paulus een adoptie,- het opnemen van een ‘buitenstaander’ in het gezin, beschrijft. Maar dat is niet hoe Paulus het woord in deze brief gebruikt,- al is het alleen al omdat Paulus spreekt over ‘wij’ Joden die het moeten ontvangen door Christus.{√} En Paulus ziet Joden als reeds kind ‘erfgenamen’ binnen het gezin, onder de voogdij van de Wet.{√}{t}{m}

Door het geloof in Jezus en het ontvangen van de Heilige Geest, worden we volwassen zonen (en dochters! 2 Kor. 6:18). Ik hoop dat dit goed nieuws voor je is. De misleidende vertaling ‘aanneming’ van het woord huiothesia heeft veel gelovigen doen struikelen in hun poging om tot de Vader te naderen.{√} Meer dan een eeuw geleden betoogde George MacDonald dat een ‘theologie van adoptie’ veel gelovigen de indruk geeft dat iemand anders, en niet God, hun echte vader is. Of het creĂ«ert de misvatting dat hoewel God eens onze echte Vader was, de zonde hem ertoe genoopt heeft om ons te ‘onterven’ als zijn kinderen. Dit geeft velen het onbehagelijke gevoel dat ze misschien opnieuw afgewezen kunnen worden als ze iets heel erg slechts doen.

Een tweede probleem is dat de ‘theologie van adoptie’ de nadruk verdoezelt die Paulus in deze brief legt op het feit dat alle gelovigen door het meerderjarig worden in Christus niet langer onderworpen zijn aan ‘voogden en beheerders’.{t}{ƒ} En daardoor gebeurt er in onze kerken nog steeds wat er destijds in de kerken in Zuid GalatiĂ« gebeurde. Vrouwelijke gelovigen of gelovigen uit etnische minderheden, een lagere maatschappelijke klasse of een andere religieuze achtergrond wordt vaak subtiel (of niet zo subtiel) te verstaan gegeven dat ze ‘incompleet’ zijn of ‘ondergeschikt’ aan mannelijke gelovigen en aan iedereen die behoort tot de dominante socio-etnische groepering binnen de kerk.{√} In de kerk in GalatiĂ« werd zulke mensen verteld dat als ze volledig geaccepteerd wilden worden, ze zich moesten voegen naar de Joodse religieuze en culturele praktijken. En de Joodse besnijdenis was natuurlijk alleen voor mannen! Iemand die zich ‘slechts een geadopteerd kind’ voelt, is erg gevoelig voor deze verdraaiing van het Evangelie (Med.#30).{t}

Niets daarvan! In de gelijkenis van de Verloren Zoon liet Jezus zelf het beeld zien van een Vader die zijn kinderen nooit afwijst, zelfs niet als ze hem te schande maken. In deze gelijkenis onterfde de vader zijn zonen nooit, zelfs niet toen zij ‘verloren’, ‘dood’, of in gedrag slechts ‘knechten’ waren (Med.#20).{√}{t}       

Ken jij God als je ‘echte’ Vader? En als een volwassen zoon of dochter in de Heilige Geest? Kan jij met vrijmoedigheid de aanwezigheid van de Vader binnengaan?{t}{m} Of heb je je het grootste deel van je Christelijke leven een ‘tweederangs’ familielid gevoeld,- ternauwernood geadopteerd in het gezin? Of als een ‘minderjarig’ kind dat nog steeds afhankelijk is van het houden van de regels om de goedkeuring van maatschappelijke ‘voogden en beheerders’ in de kerk te verkrijgen teneinde je geaccepteerd te weten door God? Wordt wakker! De Tijd is gekomen! Geloof het Goede Nieuws!

HET WOORD BIDDEN

Papa, u heeft mij geschapen naar uw beeld. Naar uw gelijkenis heeft u ons geschapen, mannelijk en vrouwelijk. (Gen. 1:26-27)

U hebt ons voor een korte tijd minder dan de engelen gemaakt, maar in Jezus kroont u ons met heerlijkheid en eer. (Heb. 2:7-9)

Verlicht de ogen van mijn hart om de hoop te kennen op het erfdeel, en het leven in uw tegenwoordigheid, wat u voor de aanvang van de tijd voor onze heerlijkheid beschikte. (Ef. 1:18; 1 Kor. 2:7,10)