Een politieke leider tot discipel maken: Ratu Ilaija Varani uit Fiji
In Meditatie 87 zagen we dat omdat 'volken tot discipelen maken' het dopen van mensen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest omvat, evenals hen te onderwijzen (Matt. 28:19-20), het nog steeds gaat over het tot discipel maken van mensen die in Jezus geloven. Maar door deze activiteit in de context van de enige drie andere teksten in het Nieuwe Testament te plaatsen waar het Griekse woord '(tot) discipel maken' als werkwoord voorkomt, ontstaat een breder beeld. Niet alleen 'maakten Paulus en Barnabas velen tot discipelen' in de context van nieuwe kerken (Hand. 14:20), maar ook Jezus sprak over de maatschappelijke impact van het tot discipel maken van een Schriftgeleerde,- een geschoolde schrijver en religieus geleerde in de Joodse samenleving (Matt. 13:52). En Jezus zelf maakte een politiek leider, Jozef van Arimatea, tot discipel (Matt. 27:57). Hier is een verhaal van de maatschappelijke impact op de bevolking van een eiland in de Stille Oceaan (Fiji) van een 19e eeuwse 'Jozef': Ratu Ilaija Varani. (Ontleend aan: The Deep-Sea Canoe: The Story of Third World Missionaries in the South Pacific, door Alan R. Tippett. Pasadena, William Carey Library, 1977, blz. 48-51)
Er was een man in Fiji wiens naam Varani was... Deze man was een kannibaal, en hij was de krijgsoverste van een klein eiland genaamd Viwa. Hij was de rechterhand in de strijd, de kapitein van het leger, van het grootste kannibalenopperhoofd die ooit in Fiji geleefd heeft. De koning[i] was voor de organisatie van het leger afhankelijk van Varani. De koning woonde op het eiland Bau. Vlakbij, op het ondergeschikte eiland Viwa, waar Varani woonde, begon een kleine kerk te groeien. Er was daar een zendeling en de plaats werd de hoofdlocatie waar de eerste Fijische evangelisten werden opgeleid. Ze mochten een kerk bouwen en het werk groeide. Bekeerlingen wier dorpen werden vernietigd door kannibalen zochten vaak hun toevlucht in Viwa, maar Varani zelf was nog steeds een kannibaal en een ongelovige.
Nu gebeurde het dat een groep jonge Viwans van ongeveer 13 of 14 jaar... zei: 'Als ons opperhoofd een Christen was, zou dat een wereld van verschil maken. We kunnen zelf niet veel doen, maar als hij een Christen was, zou hij veel kunnen doen.' Deze jongens hadden een belangrijke zendingswaarheid ontdekt: dat er natuurlijke leiders zijn in een samenleving en dat het goed is om hen te winnen voor de Heer. Dus besloten de jongens dat ze elkaar het beste konden ontmoeten in het bos en voor hun opperhoofd konden bidden. Dus gingen ze elke dag, wanneer ze naar hun werk gingen, alleen het bos in en baden: 'Heer, redt ons Grote Opperhoofd en maak hem een Christen.'
Varani was een zeer wijze man… Toen zijn volk één voor één en gezin voor gezin Christen werd, merkte hij op dat hun leven veranderde. Er was iets dat hem verbijsterde. Hij zag dat hun gezichten veranderden, hun ethiek veranderde, hun hele manier van leven veranderde. Er was iets aan de hand in die kleine... gemeenschap van gelovigen. Dus Varani… vroeg: 'Als een van mijn mensen Christen wordt, wat doet de zendeling of de evangelist dan met hem?' De man die hij ondervroeg, antwoordde: 'Nou, het eerste dat me overkwam, was dat ze me een alfabet gaven en ik begon te leren lezen.' … Varani zei: 'Ik ben het opperhoofd van deze mensen en zij kunnen dingen die ik niet kan!' Dus ging hij naar John Hunt, de zendeling, en zei: 'Ik wil leren lezen!' Normaal gesproken werden mensen Christen voordat ze leerden lezen. Dit is uit die tijd in Fiji het enige geval dat ik ken van een man die leerde lezen voordat hij Christen werd.
Hunt besteedde een lange tijd aan het vinden van de meest geschikte teksten in de Bijbel om dit kannibalenopperhoofd te leren lezen... Toen de eerste korte zin aan Varani gegeven werd, las hij zoiets als dit: 'God is liefde.' Zodra hij deze woorden geleerd had, vroeg hij: 'Wie is God?' En dus vertelde de zendeling hem over God en over Gods weg en Gods weg van liefde... Op een dag hoorde Varani dat er een eredienst zou zijn die niet zoals gewoonlijk op zondag gehouden zou worden. Het was Goede Vrijdag. John Hunt selecteerde een aantal teksten die betrekking hadden op Goede Vrijdag en het offer van Christus aan het kruis voor de zondige mens. Toen Varani deze passages las, vroeg hij: 'Is dat waar, dat deze man voor mij stierf?' … Varani kwam tot een eerste besef, en de gebeden van de jongens in het bos werden verhoord. Hij had de waarheid ingezien, maar hij had er nog niet naar gehandeld, nog geen beslissing genomen.
De week ging voorbij tot de vrijdag. Varani woonde al enige tijd de zondagsdiensten bij, maar hij was nooit een volgeling van Christus geworden. Maar op deze dag, toen de boodschap van de preek ging over het werk van Christus aan het kruis, stond Varani op van de plaats waar hij op de grond had gezeten en kwam naar voren, en daar knielde hij neer en gaf zijn hart aan de Heer...[ii]
Dus, hoe breng je een man die een groot krijgsoverste is geweest de Christelijke kerk binnen en maak je hem een Christelijk werker? Sommige Britse zendelingen wilden hem overhalen om een Christelijke leraar of evangelist te worden. Ze zeiden: 'Omdat deze man autoriteit heeft en nu een Christelijke ervaring heeft, zal hij een groot evangelist zijn.' En ongetwijfeld zou hij na verloop van tijd een minister van Fiji zijn geworden als hij dat pad had gevolgd. Maar Varani zei: 'Nee, ik ben een Opperhoofd. Ik heb de plicht om mijn mensen te leiden in hun verschillende werkprogramma's en maatschappelijke verantwoordelijkheden, en ik voel dat God wil dat ik hen laat zien wat het betekent om een goed Opperhoofd te zijn. Ik zal mijn gemeenschap op een nieuwe en andere manier leiden. Ik zal ze tegen oorlog beschermen in plaats van ze in oorlog te leiden.' En zo, getrouw aan zijn woord, werd Ilaija Varani de grootste vredestichter van de hele geschiedenis van Fiji. Hij reisde naar de plaatsen waar hij eerder oorlog had gevoerd en het land had verwoest, maar nu probeerde hij de mensen over te halen de oorlog op te geven en in vrede te leven. Hij wordt tot op de dag van vandaag nog steeds herinnerd als rolmodel van een Christelijke leek, en een man met een sterk geloof, die verleiding weerstond, die voor Christus getuigde waar hij ook ging. Dit opperhoofd… gaf… uiteindelijk… zijn leven tijdens een vredesmissie en stierf als een ware martelaar voor het geloof.
VOETNOTEN
[i] Het verhaal van de bekering van de koning van Fiji, Ratu Cakobau , staat opgetekend op blz. 55-57,97-98.
[ii] Het jaar was 1845. Je kunt meer over Ratu Ilaija Varani lezen (in het Engels) in dit artikel uit de Fiji Times.