(B)

‘Zoals een liefdevolle, barmhartige Vader’

Deze tweede meditatie over gedeeltes uit de Tenach (O.T.) richt zich op manieren waarop God vergeleken wordt met een menselijke ‘vader’. Maar eigenlijk gaat dit tweede thema meer over de manieren waarop onze hemelse Vader, als je hem vergelijkt met onze aardse vaders en vaderfiguren, juist niet op hen lijkt. Dus het kijken naar aardse vaders als een ‘metafoor’ voor God helpt ons eigenlijk niet om hem te leren kennen als onze Vader. Daarnaast gaan deze Oudtestamentische vergelijkingen voornamelijk over aardse vaders van minderjarige kinderen. Dus, hoewel ze ons helpen om meer te weten te komen over het karakter van onze hemelse Vader, en over iets van zijn doelen, schetsen ze ons slechts een beperkt beeld van de Vader die God nu voor ons wil zijn. Zoals we in Hoofdstuk 1 gezien hebben, was het totaalbeeld – van ons meerderjarig worden als zijn volwassen zonen en dochters – iets dat God verborgen had gehouden tot de komst van de Messias en de Heilige Geest. - JKM

SCHRIFTGEDEELTE

GESCHRIFTEN (Psalm 103:8-14 NBG {HB} [eigen vertaling])

Barmhartig en genadig is de HERE, [niet snel boos][i] en rijk aan goedertierenheid; ·niet altoos blijft hij twisten, {hij blijft niet eeuwig toornig}; ·hij doet ons niet naar onze zonden en vergeldt ons niet naar onze ongerechtigheden; ·maar zo hoog de hemel is boven de aarde, zo machtig is zijn goedertierenheid over wie hem vrezen. ·Zover het oosten is van het westen, zover doet hij onze overtredingen van ons: ·gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen, ontfermt zich de HERE over wie hem vrezen. ·Want hij weet, wat maaksel wij zijn, gedachtig, dat wij stof zijn.

(Spreuken 3:5-7,11-12 HSV {LV} [eigen vertaling])

Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet. ·Ken hem in al je wegen, dan zal hij je paden rechtmaken. ·Wees niet wijs in je eigen ogen, vrees de HEERE en keer je af van het kwade. ·Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet, en heb geen afkeer van zijn {terechtwijzing}. ·Want de HEERE [wijst terecht] wie hij liefheeft, zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.

PROFETEN (Maleachi 1:6a NBV)

Een zoon eert zijn vader, een dienaar zijn heer. Als ik jullie Vader ben, waar is dan je eerbied voor mij; als ik jullie heer ben – zegt de HEER van de hemelse machten – waar is dan je ontzag voor mij?

MEDITATIE

De drie bovenstaande teksten laten verschillende manieren zien waarop God nog steeds handelt tegenover mensen in een zondige en gebroken wereld als een vader,- tenminste zoals sommige menselijke vaders tegenover hun kinderen. Evenzo vermaant God ook zijn kinderen 'als een vader', hij wijst hen terecht en brengt hen discipline bij; maar zijn belangrijkste motivatie om dat te doen is gelegen in zijn liefde voor ons, en in zijn behagen in ons. En zijn doel is ons te zien wandelen op ‘rechte paden’, vrij van zonde.

Als de schrijver aan de Hebreeën de bovenstaande tekst uit Spreuken aanhaalt, spoort hij zijn lezers aan om over de verschillende vormen van ontbering die op hun weg komen te denken als de discipline van hun Vader,- als zijn training (Hebr. 12:5-12, Med.#33). Maar als zulke training vrucht wil dragen in ons leven dan moeten we die accepteren door onze Vader te vertrouwen, en door ons eigen beperkte perspectief te erkennen aangaande de moeilijkheden en calamiteiten die op onze weg komen. Zoals ik een voorganger eens hoorde zeggen: “De vraag is niet: waarom overkomen goede mensen slechte dingen? Maar: wat doen goede mensen wanneer hen slechte dingen overkomen?”

Zo is het ook met de 'terechtwijzingen' van onze Vader, als zijn Geest mij overtuigt van iets verkeerds (Med.#57), of als zijn Woord mijn gedrag aan de kaak stelt. Toon ik dan berouw en ‘keer ik mij af van het kwade’, vertrouwend op zijn liefde,- dat hij het beste met mij voor heeft, of probeer ik mijzelf te rechtvaardigen? Het leren de terechtwijzing van onze Vader te onderscheiden van de vermaningen van religieuze mensen die hem en zijn Woord niet juist vertegenwoordigen, maakt een belangrijk deel uit van onze geestelijke groei.

Om mijn Vaders terechtwijzing te herkennen moet ik mij eerst zijn perspectief op wat zonde is eigen maken,- namelijk dat zonde niet hoofdzakelijk te maken heeft met het overtreden van regels, maar met het niet wandelen in rechte relaties[ii]: noch met onze Vader noch met andere mensen. Immers, een beknopte samenvatting van de Wet betreft onze houding en ons gedrag ten opzichte van God en andere mensen (Luc. 10:25-37). Aangezien alle mensen nog steeds beelddrager zijn van hun Vader-Schepper, is zonde, ten diepste, alles wat we doen of zeggen dat mijn en hun Vader geen eer brengt (Mal. 1:6; Joh. 8:49, Med.#64). Denk maar eens aan de eerste regel van het gebed dat Jezus ons leerde (Med.#13).

Vervolgens moet ik drie dingen leren onderzoeken. Ten eerste, een profetisch woord van God is voedzaam,- als graan. Het woord van mensen die bedrieglijk spreken in zijn naam is als kaf (Jer. 23:25-29). Beide behoren tot dezelfde plant, maar de eerste brengt een heilige overtuiging teweeg in mijn hart, en de laatste slechts vrees. Ten tweede de Schrifttoets: stemt iemands profetische ‘woord’ voor mij overeen met de Schriften en weerspiegelt het een gezonde uitleg van Gods Woord?

Ten derde de leefstijltoets: leeft de ‘profeet’ zelf in volledige onderworpenheid aan Gods Woord en weerspiegelen zijn of haar spreken en leven de vruchten van de Geest (Gal. 5:14-26; Matt. 7:15-16, Med.#16)? En pas heel gericht de toorntoets toe in het licht van de eerste Bijbeltekst hierboven. Stemmen de boze woorden van de profeet daadwerkelijk overeen met de toorn van God? Waarschijnlijk niet! Want God is een Vader die ‘niet snel boos’ wordt, noch lang toornig blijft; een Vader wiens tijdelijke toorn al snel overschaduwd wordt door zijn trouwe liefde en genade; een Vader die onze zwakheden en kwetsbaarheden kent, en die in ogenschouw neemt in de ontfermende manier waarop hij terechtwijst. Veel religieuze mensen en leiders vergeten dit: dat hun toornige woorden over zonde nooit de ‘gerechtigheid voor God bewerken’ (Jac. 1:20) en dat het ‘de goedertierenheid van God is die naar omkeer leidt’ (Rom. 2:4).

Alle drie de bovenstaande Oudtestamentische teksten vergelijken onze Schepper op de een of andere manier met een aardse vader. Dus concluderen veel theologen dat we ‘Vader’ slechts kunnen gebruiken als een metafoor voor God. Maar dat zou alleen opgaan wanneer God lijkt op een ideale menselijk vader, omdat God niet gelijk is aan al de vaders die ‘snel boos’ worden en die lange tijd ‘toornig’ blijven. En in Maleachi ligt de nadruk juist daarop dat wij op God moeten reageren als op een vader, omdat hij een Vader voor ons is. Dus ja, er staan teksten in de Bijbel waar ‘vader’ een metafoor voor God is, maar deze worden zowel in de Tenach (het Oude Testament) als in het Nieuwe Testament ruimschoots overtroffen door een grote meerderheid teksten waarin hij ‘Vader’ genoemd wordt, gewoonweg omdat hij dat voor ons is.

De tekst uit Spreuken vergelijkt God met een ‘vader’ die naar een passende terechtwijzing en discipline zoekt wanneer jonge, onvolwassen kinderen dat nodig hebben. In de tekst van Maleachi, vergelijkt God zich met zowel een ‘vader’ als een ‘heer’ met één of meer dienstknechten. Het lijkt er dus op dat het zijn van Gods kinderen niet veel verschilt van het zijn van zijn dienstknechten. Om die reden denken veel Christenen en Christelijke leiders dat alle gelovigen nog steeds minderjarige kinderen zijn in hun relatie met God ‘als een vader’. Maar net zoals de apostel Paulus, die deze vergelijking met een huishouden maakt, hebben ook zij een openbaring nodig,- om te zien dat deze vergelijking slechts van toepassing is tijdens de eerste fase van het plan van onze Vader voor mensen. Want met de komst van de Messias en de Geest, is het de bedoeling van onze Vader om ons te verlossen zodat hij een relatie met ons kan beginnen als zijn volwassen zonen en dochters (Med.#4).[iii]

Ben jij in staat om te zien hoe God, hoewel hij op sommige manieren net zoals een aardse vader is, ook meer liefdevol en trouw, meer rechtvaardig en betrouwbaar, en meer waardig is om als Vader gerespecteerd te worden dan de vaderfiguren in jouw familie, stam of religieuze groepering? En ben je in staat om deze belangrijke dingen aangaande zijn karakter te leren vanuit het beperkte paradigma van de Tenach, door deze gedeelten te omarmen binnen de context van de grotere openbaring over de Vader die we ontvangen hebben in Jezus?

HET WOORD BIDDEN

Vader, zelfs uw discipline en terechtwijzing vloeien voort uit uw behagen in mij als uw zoon of dochter, en uit uw trouwe liefde en ontferming over mij in mijn zwakheden. (Spr. 3:11-12; Ps. 103:8,13-14)

Ik prijs u, Vader, omdat uw doel met discipline en terechtwijzing is om mij stevig op rechte paden naar uw huis te houden: in vrede en vrij van slavernij aan de zonde. (Deut. 32:6; Spr. 3:6,2; Ps. 23:3,6; 103:12)

Vader, ik kies er vandaag opnieuw voor om u te vertrouwen met mijn hele hart, en niet te steunen op mijn eigen verstand; noch op de zogenaamde ‘wijsheid’ van valse profeten die voorgeven te spreken in uw naam. (Spr. 3:5; Jer. 23:25)

En ik kies er voor om u te respecteren en te eren, Vader, door mij te onderwerpen aan uw discipline in alle moeiten die op mijn weg komen; door acht te slaan op uw vermaningen en terechtwijzingen en mij af te keren van alle kwaad. (Mal. 1:6; Heb. 12:7a,9b; Spr. 3:11,7)

VOETNOTEN

[i] Heb. ark aphim, letterlijk: ‘langzaam boos (worden)’. Veel Engelse vertalingen volgen deze Hebreeuwse tekst terwijl Nederlandse vertalingen, met ‘lankmoedig’ of ‘geduldig’, de Septuagint tekst [Gr. makrothumos] volgen.

[ii] Een belangrijk aspect van Gods leiding als onze Vader heeft te maken met onze ‘paden rechtmaken’ (Spr. 3:6), of ons ‘in het spoor van gerechtigheid’ leiden (Ps. 23:3; Spr. 2:9). In de Septuagint wijst het Griekse woord [dikaio-sunee] (letterlijk: ‘rechtvaardig-met’) naar een ‘rechte relatie’ met God en met andere mensen.

[iii] Zie ook hoe de schrijver van de brief aan de Hebreeën brief deze tekst over de discipline van een vader (Spr. 3:6) gebruikt in verband met onze nieuw status in de Messias als volwassen zonen en dochters van onze Vader (Med.#33)