(9)

'Vader God', 'onze Vader' en 'de Vader van onze Heer Jezus Christus'

Door de eeuwen heen hebben veel kerkleiders hun invloed gebruikt om de vreugdevolle nadruk die er in het Nieuwe Testament ligt op God als ‘onze Vader’ te temperen. In plaats daarvan hebben velen van hen de belangrijkste nadruk gelegd op een andere Bijbelse waarheid: dat hij ‘de Vader van onze Heer Jezus Christus’ is. In de vroege eeuwen van de kerkgeschiedenis gebeurde dat als tegenwicht voor de vele valse leraars die gelovigen af deden dwalen door te verkondigen dat Jezus slechts een mens was. Ik ben de vroege kerkleiders dankbaar die pal stonden voor de Schriftuurlijke waarheid dat Jezus niet alleen gezonden was door God, maar dat hij God is. Maar het wordt tijd om opnieuw te kijken naar alle openingszinnen over de Vader in de Nieuwtestamentische brieven en te overdenken waarom het voor veel theologen en de meeste Christenen zo moeilijk is om het perspectief van de apostelen te omarmen.  - JKM

SCHRIFTGEDEELTE

  1. Aan de gemeente van de Tessalonicenzen die is in Vader God[i] en de Heer, Jezus Christus: genade voor jullie en vrede… ·Altijd brengen wij God dank voor jullie allen… ·in de tegenwoordigheid van onze God en Vader·broeders en zusters, geliefden onder God. (1 Tessalonicenzen 1:1-4 PH)
  2. Genade voor jullie en vrede, van God onze Vader, en van de Heer, Jezus Christus. (1 Korintiërs 1:3 PH)
  3. Genade voor jullie en vrede, van God onze Vader. ·Wij brengen dank aan God, de Vader van onze Heer, Jezus Christus, altijd wanneer wij voor jullie bidden... (Kolossenzen 1:2b-3 PH)
  4. Aan de geroepenen, in Vader God geliefd ·en voor Jezus Christus bewaard: ontferming voor jullie en vrede, en liefde vermenigvuldigd! (Judas 1b-2[ii])
  5. Genade, ontferming, vrede zal met ons zijn in waarheid en liefde bezijden Vader God en bezijden Jezus Christus, de Zoon van de Vader. (2 Johannes 3)
  6. Aan hem die ons liefheeft en ons van onze zonden heeft verlost door zijn bloed, ·-en hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt- aan hem de glorie en de kracht tot in de eeuwen der eeuwen! Amen. (Openbaring 1: 5b-6 NB)

MEDITATIE

Niet veel mensen staan stil bij de groeten en inleidende zinnen in de 22 Nieuwtestamentische brieven die volgen op de evangeliën en Handelingen. Negentien van deze brieven beginnen met te refereren aan God als ‘Vader’, ofwel als onderdeel van de groet of bij wijze van inleiding. Twee brieven beginnen met een inleidende verwijzing naar ‘de Vader’ (Jakobus) of ‘Vader God’ (2 Petrus), kort na de opening. Alleen 3 Johannes bevat geen verwijzing naar God als ‘Vader’. Deze negentien genoemde brieven hebben ons, in de zes verschillende manieren waarop over God als ‘Vader’ gesproken wordt, iets heel belangrijks te zeggen. Zoals weergegeven in de zes voorbeeldteksten hierboven spreken zij over:

  1. God als ‘Vader God’, met ‘onze Vader’ in een volgende zin – 2 keer  (1 Tessalonicenzen en Galaten)
  2. God eenvoudigweg als ‘onze Vader’ – 5 keer (1 Korintiërs, Romeinen, Filippenzen, 2 Tessalonicenzen, en Filemon)
  3. God als ‘onze Vader’ en vervolgens als ‘de Vader van... Jezus’ - 3 keer (Kolossenzen, Efeziërs, en 2 Korintiërs)
  4. God alleen aangeduid als ‘Vader God’ – 4 keer (Judas, 1 en 2 Timoteüs, en Titus)
  5. God als ‘Vader God’ (of ‘de Vader’) gevolgd door een verwijzing naar God als Jezus’ Vader – 3 keer (1 en 2 Johannes, en 1 Petrus)
  6. God als ‘Jezus’ Vader’ – 2 keer (Openbaringen, en in Hebreeën waar een Messiaanse tekst wordt geciteerd).

Merk op hoe de Nieuwtestamentische brieven zeventien keer openen met een primaire verwijzing naar God als ofwel ‘onze Vader’ of als ‘Vader God’ (1-5). Alleen in de openingszinnen van Openbaringen wordt God exclusief aangeduid als de Vader van Jezus (6); want in de inleiding van de Hebreeënbrief vervolgt de schrijver met te vertellen hoe in Jezus alle gelovigen een positie ‘beërven’ met Jezus ‘de erfgenaam’ die meerder is dan de engelen (Med.#7).

Waarom dan begonnen zoveel Nieuwtestamentische schrijvers, en Paulus in het bijzonder, hun brieven met deze primaire nadruk op God als ‘onze Vader’ en als ‘Vader God’? Ik geloof dat de Heilige Geest hen drong om dit te doen, in eerste instantie, om een natuurlijke menselijke neiging tegen te gaan. Denk eens aan de gelijkenis van de verloren zoon (Luc. 15, Med.#20). Toen deze 'slechte' zoon eindelijk bij zinnen kwam en besloot terug te keren naar zijn vader, voelde hij zich totaal onwaardig om nog langer als zoon behandeld te worden. Na de schande die hij over zijn vader gebracht had, kon hij zich alleen nog voorstellen dat zijn vader hem misschien als dagloner terug zou willen hebben. Echter nog voor hij zijn onwaardigheid kon belijden tegenover zijn vader, omhelsde deze hem als zijn zoon. En voordat hij zijn idee over de voorwaarden voor terugkeer kon formuleren, onderbrak zijn vader hem. Hoewel de vader gerouwd had om zijn ‘verloren’ en ‘dode’ zoon, had hij hem nooit onterfd. En nu gaf hij niet alleen een feest om zijn terugkeer te vieren, maar gaf hij hem ook een ‘ring’ van autoriteit als een volwassen zoon. Wat zou het verdrietig geweest zijn voor de vader als de zoon op zichzelf gericht was gebleven,- op zijn eigen onwaardigheid, in plaats van op zijn vaders vreugde. En toch is dat wat veel Christenen doen. Het is makkelijker voor ons om te denken aan God als Jezus’ Vader, dan om aan hem te denken als ‘onze Vader’ en hem ‘Vader God’ te noemen.

Dezelfde gelijkenis toont ons ook een tweede reden waarom Christenen dat doen,- de kritische houding van de oudere broer. Hoewel deze verbolgen broer nog nooit publieke schande over zijn vader gebracht had, deed hij dat nu wel voor het oog van zijn vaders gasten. Voor hem had een goede zoon zijn alles te maken met prestatie, in plaats van met een hechte partnerschaprelatie met zijn vader. En hij had nooit zijn vaders genadige en lankmoedige hart begrepen. Met dit aspect van zijn gelijkenis nam Jezus de theologen en religieuze leiders van zijn tijd onder vuur.

Door de eeuwen heen hebben veel kerkleiders hun invloed gebruikt om de vreugdevolle en opvallende nadruk in de Nieuwtestamentische Schriften over God als ‘onze Vader’ te minimaliseren, door de nadruk te leggen op het tweede punt in de bovenstaande teksten,- dat hij ‘de Vader van onze Heer Jezus Christus’ is. In de vroege eeuwen van de kerkgeschiedenis was daar een belangrijke reden voor. Veel valse leraars brachten gelovigen op een dwaalspoor door te beweren dat Jezus’ menswording betekende dat hij slechts een man was. Ik ben al de vroege kerkleiders dankbaar die pal stonden voor de Schriftuurlijke waarheid dat Jezus niet alleen gezonden was door God, maar dat hij God is. Maar deze verdediging van Jezus’ speciale relatie met de Vader heeft een onvoorziene consequentie gehad. Veel kerkleiders en theologen gedragen zich nog steeds zoals de broer in Jezus’ gelijkenis en denken dat het noodzakelijk is om alle Christenen voortdurend te herinneren aan hun eigen ‘onwaardigheid’ om zonen en dochters van God genoemd te worden. En die leiders die wel over God spreken als ‘onze Vader’ in Christus, reduceren de invloed van deze waarheid door ons slechts voor te stellen als zijn ‘kleine kinderen’. Een kerkleider uit de eerste eeuw benadrukte in een aantal van zijn brieven dat de gehoorzaamheid van Jezus aan zijn Vader een model is voor hoe Christenen hun kerkleiders moeten gehoorzamen.[iii]

De waarheid van de Schriften is dat God zowel jouw Vader is als, op unieke wijze, de Vader van Jezus. In de Schriften wordt geen van beide waarheden gepresenteerd op een manier die de ander tekort doet. En we hebben een duidelijke openbaring van beide waarheden nodig door zijn Woord – door het kijken naar Jezus, het levende Woord, en door het lezen van de Nieuwtestamentische apostelen en profeten – om ons te helpen onze blik te richten op God als onze echte Vader. Sta jij jezelf toe geïntimideerd te worden: ofwel door je eigen zondige verleden ofwel door verbolgen oudere broer en zus theologen en kerkleiders?

HET WOORD BIDDEN

Vader God, geef mij de Geest van wijsheid en openbaring, zodat ik u beter mag kennen als zowel ‘onze Vader’ alsook als ‘de Vader van onze Heer Jezus Christus’; dat ik zowel uw ontferming mag kennen, alsook mag groeien in de kennis van uw genade, vrede en liefde, als uw volwassen zoon of dochter aan uw zijde in uw tegenwoordigheid, net zoals onze Heer Jezus Christus voor eeuwig aan u zijde is,- als de ‘Oudste Broer’ in het koninkrijk van onze Vader. (Ef. 1:17,2,3; 2 Joh. 3; Op. 1:5; Heb. 1:1-6; Matt. 13:38,43)

VOETNOTEN

[i] Grieks: theou patros (ook in 1 Petrus 1:2, Judas 1, 2 Johannes 3, en in acht andere Nieuwtestamentische brieven).

[ii] Deze tekst en die uit 2 Joh. 3 zijn de Nederlandse vertaling van de schrijvers eigen vertaling van het Grieks, gebaseerd op de KJV (Med.#75),- zoals in zijn ‘harmonie’ van Paulus (PH) en de evangeliën (GH).

[iii] Brieven van Ignatius van Antiochië (+105-115 CE), Aan de Magnesiërs (7,13), Aan de Tralliërs (3,12), Aan de Philadelphiërs (1-2,7), Aan de Smyrnaeërs (8) [http://www.earlychristianwritings.com/ignatius.html].